Nieuws

Ons plan voor onderwijs van topkwaliteit voor elk kind

Team Vooruit

Tuesday 13

February 2024 11:15

Het Vlaamse onderwijsbeleid staat de voorbije jaren gelijk aan stilstand en achteruitgang. Onze kinderopvang is onderbemand, te duur en op sommige plaatsen zelfs onveilig. Leerlingen zitten urenlang in de studie en leerkrachten vallen uit door de hoge werkdruk. De kennis van het Nederlands gaat achteruit. Intussen heeft bijna een op vier 15-jarigen zelfs moeite om een simpele boodschap uit een tekst te halen. Het is écht tijd om die stilstand te doorbreken. Daarom komen onze voorzitter Melissa Depraetere en Vlaams fractieleider Hannelore Goeman met een plan voor onderwijs van topkwaliteit.

Vooruitgang en gelijke kansen voor elk kind

Vlaanderen is een kenniseconomie. Wij hebben geen gas, geen olie of geen diamant in onze grond. Onze welvaart hangt volledig af van het niveau en de kwaliteit van onze kinderopvang en ons onderwijs. “Het is écht tijd om te investeren in onze kinderopvang en ons onderwijs. Geen gerommel in de marge, maar echte hervormingen. Met één Minister van het Kind die bevoegd is voor kinderopvang én onderwijs. Een sterke focus op de kennis van het Nederlands. Een modernisering van het lerarenstatuut. Een rationalisering van het secundair onderwijs. En een herwaardering van ons praktijkonderwijs. Alleen zo brengen we ons onderwijs terug naar topniveau van weleer”, stelt Melissa. 

“Investeren in jongeren, is investeren in de economie, de welvaart en het welzijn van de toekomst.”

Daarnaast biedt een goede kinderopvang en sterk onderwijs gelijke kansen voor ieder kind. “Nu investeren in de eerste levensjaren van kinderen, is later minder betalen aan werkloosheid, gezondheidszorg en mentale problemen. Investeren in jongeren, is investeren in de economie, de welvaart en het welzijn van de toekomst. "Elke euro die we investeren in de eerste levensjaren, levert later tot 15 euro op”, aldus Hannelore.

Een Minister van het Kind en sterke focus op taal

Taal is de motor voor integratie, voor je slaagkansen in het onderwijs en een goedbetaalde job. Ons voorstel: al vanaf het eerste levensjaar een sterke focus op de kennis van het Nederlands. En één bevoegde minister: de Minister van het Kind.

De eerste 6 levensjaren zijn immers cruciaal voor de taalontwikkeling. Daarom moeten we de kinderopvang organiseren als een voorbereiding op de kleuterklas. Elk kind enkele dagen per week in een kwaliteitsvolle crèche en vanaf 3 jaar in de kleuterklas. Alleen zo kunnen we garanderen dat elk kind het Nederlands machtig is bij de start van het eerste leerjaar.

Door een voldoende kwaliteitsvol en betaalbaar aanbod te creëren, krijgen we elk kind enkele dagen per week in de kinderopvang. Door te investeren in de drie p’s van kinderopvang:

  • Plaats
    Een plaats voor elk kind in onze kinderopvang

  • Personeel
    Minder kinderen per begeleider. Een structurele herwaardering van de opleiding van kinderbegeleiders en dezelfde verloning en voorwaarden als kleuterbegeleiders.

  • Prijs
    We maken kinderopvang goedkoper. Elk kind krijgt 130 dagen gratis kinderopvang. Verder willen we de tarieven in elke crèche afhankelijk maken van het inkomen en het vermogen van de ouders. Zo betalen mensen met lagere inkomens minder. Op langere termijn moet kinderopvang voor iedereen gratis worden, zodat ouders niet langer voor de keuze staan tussen werken of thuisblijven omdat de opvang onbetaalbaar is.

Wanneer ouders totaal geen Nederlands spreken, verkleinen ze de kansen van hun kinderen. Ze kunnen niet helpen met hun huiswerk, ze kunnen niet communiceren met leerkrachten tijdens oudercontacten en kunnen zich niet uitdrukken tegenover artsen of hulpverleners als hun kinderen ziek zijn. We maken van onze crèches en scholen een echte taalmotor. We helpen taalzwakke en anderstalige ouders de taal te leren via taallessen.

“We maken van onze crèches en scholen een echte taalmotor. We helpen taalzwakke en anderstalige ouders de taal te leren via taallessen.”

We blijven de taalontwikkeling van onze jongeren op de voet volgen met gestandaardiseerde taaltesten vanaf het kleuteronderwijs tot het einde van het secundair onderwijs. Maar testen zijn enkel nuttig als dat de vooruitgang van elke leerling in het Nederlands wordt opgevolgd en bijgestuurd waar nodig. Daarom ondersteunen we onze scholen in een sterk taalbeleid aangepast aan hun specifieke publiek en context. Door te investeren in onderzoek rond taalverwerving- en didactiek. Door te investeren in professionalisering van leerkrachten zodat deze inzichten ook snel tot op de klasvloer komen.

Elk kind krijgt de kans om minstens één uur per week kosteloos en via de school deel te nemen aan een buitenschoolse activiteit. We zorgen dat taalzwakke kinderen minstens aan één buitenschoolse activiteit deelnemen, zodat zij spelenderwijs beter Nederlands leren. De tarieven voor deelname boven op dit uur worden bepaald op basis van inkomen en vermogen.

Kortere zomervakantie voor betere leerprestaties

Onderzoek toont aan dat een kortere zomervakantie leidt tot betere leerprestaties. De helft van de jongeren loopt een ernstig leerverlies op door te lange schoolvakanties. Grote brokken leerstof gaan verloren en ook het ‘leren-leren’ wordt aangetast. Hoe jonger de leerling, hoe groter het verlies. Zeker wanneer het gaat om jongeren die al een leerachterstand hebben opgelopen of die thuis geen Nederlands spreken. Een kortere zomervakantie is dus een kosteloze maatregel met een grote pedagogische impact. 

Ondanks de wetenschappelijke evidentie blijft Vlaanderen, in tegenstelling tot onze buurlanden, weigeren om via deze maatregel de leerprestatie van onze jongeren te verbeteren. Vooruit wil die stilstand doorbreken en de Vlaamse schoolvakanties inkorten naar Waals model: we korten de zomervakantie in tot 6 weken, in ruil voor twee weken herfst- en krokusverlof. Een systeem van 7 weken les, gevolgd door 2 weken vakantie om tot rust te komen, te ontspannen en de batterijen opnieuw op te laden. Een systeem dat ten zuiden van de taalgrens sinds 2 jaar geapprecieerd wordt door leerlingen, leerkrachten en ouders.

“Een kortere zomervakantie is een kosteloze maatregel met een grote pedagogische impact. Onderzoek toont aan dat een kortere zomervakantie leidt tot betere leerprestaties.”

Tegelijk geven we ouders meer ouderschapsverlof tegen een betere vergoeding. We belonen ouders die ouderschapsverlof verdelen over beide ouders door ze samen meer verlof te geven. Alleenstaanden krijgen automatisch recht op dat extra ouderschapsverlof. We maken het ook eenvoudiger om ouderschapsverlof in stukken op te nemen. Zo kan je tijdens de schoolvakanties voltijds ouderschapsverlof opnemen in weken, dagen of halve dagen. Vandaag kan dit alleen per maand.

Professionalisering lerarenopleiding en modernisering statuut

Kwaliteitsvol onderwijs begint met een sterke leerkracht voor de klas. Vandaag is er een groot lerarentekort. En steeds meer leerkrachten vallen uit. Vier op tien van de beginnende leerkrachten stopt binnen de 5 jaar. Dat personeelsverloop heeft grote gevolgen voor leerlingen. Sommige leerlingen hebben al een jaar geen Nederlands meer gehad, velen zitten uren in de studie en examens worden uitgesteld. We moeten de job van leerkrachten opnieuw aantrekkelijk maken. We willen de werkdruk verlagen zodat minder leerkrachten uitvallen en onze lerarenteams groter worden. Zo verhogen we het niveau van ons onderwijs en geven we onze kinderen een betere toekomst.

Kwaliteitsvol onderwijs begint met een sterke leerkracht voor de klas

We versterken de lerarenopleiding. Om de praktijkschok te vermijden, breiden we de basisopleiding uit met een extra jaar betaalde stage. We zorgen voor werkzekerheid voor alle beginnende leerkrachten door ze op te nemen in een Vlaamse leerkrachtenpool. Van daaruit worden ze gegarandeerd tewerkgesteld door een school, met aandacht voor een haalbare woon-werkverplaatsing. Om elke leerkracht uitzicht te bieden op een lange, flexibele carrière hervormen we de vaste benoeming. Een benoeming op Vlaams niveau in plaats van op schoolniveau. We brengen meer praktijkervaring voor de klas via zij-instromers. Om hen te overhalen de overstap naar het onderwijs te maken mogen ze tot 20 jaar anciënniteit meenemen.

We verlagen de planlast en werkdruk van onze leerkrachten en directies. Door de klassieke lesopdracht van 22 lesuren te hervormen naar een schoolopdracht van 38 uur, gespreid over een gewone werkweek. De directie kan op schoolniveau bekijken hoe de schoolopdracht van de individuele leerkracht wordt ingevuld. Beginnende leerkrachten moeten minder lesgeven en krijgen zo meer ruimte voor voorbereiding, overleg en bijscholing. Ervaren leerkrachten hebben logischerwijs minder voorbereidingstijd nodig en krijgen zo ruimte om jonge leerkrachten te ondersteunen en te coachen. We helpen we scholen om hun planlast in kaart te brengen via de bestaande ‘planlastcalculator’. Vervolgens kunnen scholen een beroep doen op externe ondersteuning om komaf te maken met overbodig papierwerk. We investeren ook in de digitalisering van procedures om planlast terug te dringen. We zorgen ook dat de Vlaamse overheid een overkoepelende digitale overheid wordt, zodat zo veel mogelijk processen echt gedigitaliseerd worden.

Herwaardering van het praktijkonderwijs

De opleiding voor de profielen die we vandaag het meest nodig hebben zijn vandaag vaak de duurste. Denk maar aan lassers, horecapersoneel en kappers. Dat is onlogisch en oneerlijk. Onze jongeren moeten kunnen kiezen op basis van hun talenten, in plaats van hun centen. Net zoals in het basisonderwijs moet er ook in het secundair onderwijs een maximumfactuur zijn die geldt voor elke richting.

In het tso en bso zijn er ook leerlingen die hun motivatie kwijt zijn, maar die hun motivatie wel vinden door te leren op de werkvloer. We moeten hen blijven begeleiden, maar hen op de schoolbanken houden is soms contraproductief. Daarom maken we een uitzondering op de schoolplicht mogelijk vanaf 16 jaar en bereiden we deze jongeren praktischer voor op de arbeidsmarkt. In overleg met een studietrajectbegeleider wordt het meest zinvolle traject uitgewerkt: van proeven van de werkvloer tot voltijds aan de slag. Hiervoor versterken we de samenwerking tussen onze praktijkscholen, het volwassenenonderwijs en onze bedrijven.

“Onze jongeren moeten kunnen kiezen op basis van hun talenten, in plaats van hun centen.”

In het praktijkgericht onderwijs bekijken we ook de mogelijkheden van een modulair curriculum, waardoor de leerstof niet langer wordt ingedeeld in leerjaren maar in modules. Op die manier willen we leerlingen stimuleren zoveel mogelijk (deel)kwalificaties te behalen en uiteindelijk ook een diploma.

Rationalisering van het onderwijs

Een op de vijf studierichtingen wordt vandaag ingericht voor minder dan 10 leerlingen. Het is niet logisch dat drie kinderen Grieks krijgen van 1 leerkracht, terwijl enkele straten verderop nog een leerkracht Grieks geeft aan drie leerlingen. Die luxe hebben we niet meer. We moeten ons onderwijs rationaliseren. Richtingen kunnen op school maar worden aangeboden als er minstens 10 leerlingen zijn. Zo niet, moet er gekeken worden naar samenwerking binnen een schoolgemeenschap (of lokaal zelfs netoverschrijdend) voor het aanbieden van die richting.

Het is Vooruit met onze jongeren. 
Of het is achteruit.
Kies maar.


Ga naar Nieuws Vooruit
Over de Auteur

Team Vooruit

Deel dit artikel met je vrienden.