15. Over de stadswerking

VEREENVOUDIGDE ADMINISTRATIE VOOR DE BURGER
De lokale overheid moet een centrale rol spelen in het eenvoudiger maken van het dagelijks leven van burgers en organisaties. Hoewel digitalisering toegang tot informatie gemakkelijker en sneller maakt, brengt het voor veel mensen en organisaties ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Bovendien verloopt de huidige administratie suboptimaal – waardoor burgers en stadspersoneel kostbare tijd verliezen. Daarom willen we in Oostende een werkdomein opstarten met als doel het leven van de burgers, personeel en organisaties makkelijker te maken. 

Concreet betekent dit het volgende:

Tijdswinsten door het schrappen van dubbel werk: Op korte termijn wordt in kaart gebracht op welke manier de informatie van de burger efficiënt kan worden verwerkt waardoor de burger minder dient bevraagd te worden. 

De stad neemt administratie over van de burgers, verenigingen en haar personeel waar mogelijk - zodat de beschikbare tijd van haar inwoners vergroot. 

Een administratief punt in elk ontmoetingscentrum om de Oostendenaar in eigen wijk te ondersteunen bij administratie. 

PERSONEELSORGANISATIE IN DE STADSDIENSTEN
Binnen de stadsadministratie wordt gewerkt aan de opwaardering van het personeel door hun centrale rol, als specialisten, in stadsbeleid te erkennen. Hun visie op en input bij het uittekenen en uitvoeren van het beleid is onmisbaar. 

Er zijn een aantal functies, zeker in D- en E-statuut, waarvan de uitgevoerde opdracht niet meer in verhouding staat met de graad waarin mensen werken en betaald worden. We willen dit evalueren en aanpassen. Dat geldt zeker maar niet alleen voor de dienst Openbaar Domein. 

Breder is het zo dat in de voorbije legislatuur een verschuiving is gekomen in de samenstelling van het personeelskader, en met name meer in de leidende en coördinerende functies (de A-statuten) en minder in het uitvoerend personeel. Er moet onderzocht worden of dat evenwicht nog juist zit, en of met name nog voldoende mensen aan het werk zijn die de properheid, het groen en de veiligheid dagelijks op straat garanderen. 

Vrijwilligers zijn nu al een belangrijke motor van de stad – zowel bij de stadsdiensten als in de verenigingen. Bij het uitrollen van (nieuw) beleid moet nagegaan worden welke rol vrijwilligers kunnen spelen – ook bij beleidsvoorbereidend werk. Er wordt werk gemaakt van een aanpak waarbij vrijwilligers worden aangetrokken, betrokken en gewaardeerd worden bij de realisatie van het stadsbeleid.

FINANCIËN EN BEGROTING
Wat de stadsfinanciën betreft is er werk aan de winkel. 

We identificeren volgende uitdagingen:

Schuldafbouw: belangrijke verschuivingen in de voorbije legislatuur waren onder meer dat de schuldgraad verdubbelde (van 50% naar 100%). Naast een aantal technische aanpassingen werd er veel schuld bij gecreëerd en geen schuld afgebouwd. Deze trend moet gekeerd worden in de volgende bestuursperiode.

Grote, structurele uitgaven: daarbovenop kwamen hoge bijkomende uitgaven die lang lopen zoals de kosten die gepaard gaan met de ziekenhuisoperatie. 

Hervorming boetebeleid: een derde fenomeen is dat de boetes in de begroting een steeds grotere plaats innemen. De GAS-boetes stegen van 1,2 miljoen naar 5 miljoen euro in de voorbije bestuursperiode. Cumulatief werd meer dan tien miljoen euro extra boetes geïnd in de Oostendse kas. We zagen heel veel negatieve gevolgen voor gezinnen, verenigingen, zelfstandigen en ondernemers. Het systeem waarbij boetes worden gebruikt als een verdoken belastingsverhoging moet op de schop. Boetes kunnen enkel ingezet worden om beleidsdoelstellingen na te streven, zoals het tegengaan van speculatie en verkrotting en het verhogen van de verkeersveiligheid, maar deze zijn geen middel om de kas te spijzen.

Financiële opbrengst van grote projecten: waar grote projecten worden uitgevoerd in Oostende zal de opbrengst voor de stad en haar inwoners ook groter moeten zijn. En er zal moeten gekeken worden naar de redelijke verdeling van de ontvangsten die gegenereerd worden door de activiteiten die geheel of in grote mate via de stad gefinancierd worden. Een voorbeeld daarvan is het gebruik van citytaksen of de heffing op hotelkamers. De logica van een redelijke retour naar al de spelers die deze extra inkomst veroorzaken voor het economisch weefsel van de stad is evident.

Aanpak van de financiële risico’s van de stad: er staan heel wat waarborgen open, en we lopen nog een aantal aanzienlijke risico’s. Een risico dat zich al manifesteerde is de kost van de ziekenhuisfusie. Aan al die zaken moet worden gewerkt om de impact op de financiën van de stad te beperken. We voorzien niet dat de hoofdbelastingen moeten worden aangepast om de begroting werkbaar te houden.

Investeringen: de mogelijkheid van grote projecten hangt mee af van de financiering van hogere overheden voor een deel van die projecten. We zagen dat eerder bij Thermae Palace. In de voorbije legislatuur werden grote projecten waarvoor de hogere overheden mee betaalden geschrapt (zoals de tunnel in de Elisabethlaan) of werden heel wat investeringen geschrapt (met als symbool het grote aantal voetpaden die al te lang in slechte staat zijn). Het zal zaak zijn om opnieuw actief te werken met de hogere overheden om grote investeringsprojecten te kunnen uitvoeren. Dat was jaren zo in Oostende en dat moet terugkomen. En het is noodzakelijk dat een deel van de uitgestelde investeringen snel worden uitgevoerd, zoals de renovatie van de voetpaden.