Nieuws

LOKAAL: Gilbert Verstraelen, Merksems socialistisch icoon, neemt afscheid

Monday 16

May 2022 15:07

“Het kan verbazen, maar ik vond Merksem besturen minstens even boeiend als schepen zijn in ’t Stad”

Hij kan bogen op een prachtig socialistisch palmares, en hij geeft de Merksemse schepen-fakkel nu door aan Dominique Kums, nog zo’n Merksemse grote. Maar beiden zijn het eens: in ’24 is het aan de jongeren. En Gilbert gelooft rotsvast in het Vooruit-project. Een afscheid? Nee, hoor! Een gesprek met een stralende zestiger.

-Dag Gilbert. Kan je al wennen aan het idee van een leven na de politiek?

Ach, weet je, zo’n afscheid is iets relatiefs. Want ik ga actief bezig blijven in het verenigingsleven, en in de achtergrond ook voor de partij en het bestuur in Merksem. En ik wil mijn dossiers goed doorgeven aan Dominique (Kums), in wie ik trouwens àlle vertrouwen heb. Waar je wel mee geconfronteerd wordt: straks verdwijnen mijn huidig mailadres, mijn gsm en zo, dus er zijn wel wat praktische dingen die veranderen, die geregeld moeten worden. En natuurlijk komt er nu meer tijd en ruimte vrij voor andere dingen, voor mijn kleinkinderen, bijvoorbeeld.

-Wie of wat bracht jou naar de politiek, naar de socialisten?

Het komt zeker niet van thuis uit. Ik groeide op in een a-politiek gezin. Maar ik had zelf al heel snel een soort onrechtvaardigheidsgevoel, het idee dat ik daar iets moest aan doen. En toen ik een jaar of achttien was, kwam ik daardoor als vanzelf uit bij de toenmalige BSP. De jonge Van Miert inspireerde en begeesterde mij, ik maakte kennis met de Jongsocialisten en de culturele werking van CSC (nu Curieus), en toen ging de bal aan het rollen.

-Je maakte de decentralisatie, de geboorte van de districten mee vanop de eerste rij?

Ja, ik was er bij in de allereerste districtsraad, en later werd ik ook Merksems districtsburgemeester. Ik heb altijd een dubbel gevoel gehad bij die decentralisatie. Je kon, je kan veel dingen doen dicht bij de mensen, dus in die zin wérkt het echt, maar de budgetten waren en zijn te klein om echt het verschil te maken. Maar het mooie is wel dat je, anders dan op stadsniveau, dossiers van a tot z kan opvolgen en afwerken. En in Merksem was het geen bric-à-brac: we begonnen met echte Masterplannen. Dat was nieuw. Waar ik heel erg trots op ben, is de vergroening die we Merksem hebben geschonken, met het Groen Hart. Ik ben altijd een beetje een eco-socialist geweest, lang voor die term gebruikt werd (lacht).

-Je wordt echt enthousiast als het over jouw district gaat?

Ab-so-luut! Neem nu cultuur: wat je op dat niveau kan doen in de buurten en de wijken, dat is van onschatbare waarde. In Merksem slaagden we er in om theater te maken met wijkbewoners van allerlei origines. Dat is toch fantastisch? Ik heb trouwens ook altijd veel voldoening gehaald uit die toenadering tussen de gemeenschappen. ‘Verbinding’, heet dat nu. Wel, daar hebben we in Merksem hard aan gewerkt.

-Medio de jaren ’90 werd je dan schepen in ’t Stad.

Ja, met veel overtuiging, hoewel ik héél graag in Merksem bezig was. Maar onder Bob Cools heb ik - denk ik - toch ook enkele steentjes verlegd in de rivier.

-Zoals?

Ik durf zeggen dat ik de eerste was die als schepen van Sport werk maakte van een echt topsportbeleid in Antwerpen. Daar was geen sprake van voordien. Er wàs wel van alles, maar het was allemaal heel diffuus, versnipperd. Voortaan kwam het allemaal onder het merk ‘Stad Antwerpen’. Dat is nog altijd zo, en daar ben ik blij om. En ook op Onderwijs maakten we een omslag. Vroeger was de Schepen van Onderwijs weinig meer dan de beheerder van het eigen Stedelijke net, nu werd dat opengetrokken naar alle netten. Jinnih bouwt nu – virtuoos – voort op wat we toen in gang hebben gezet! (lacht)

-Het Eurostadion was wel een afknapper?

Ja, want doordat we het stadion niet bouwden, misten we ook Euro 2000. Jammer, want alles lag er, de financiering was rond,…maar ons voetbal was er niet rijp voor. Iedereen bleef met zichzelf bezig, en met verschillende clubs één stadion delen, wat in Brugge wel kon, ho maar! De vraag is of er twintig jaar later veel veranderd is…

-Wat is jouw politieke credo?

Bestuursdeelname is essentieel om dingen te veranderen, of je nu de grootste bent of niet. Dat heb ik in Merksem geleerd, dat zie ik ook op stadsniveau. Ik was dan ook een vurig voorstander van deelname aan de huidige stedelijke coalitie. En natuurlijk lukt dat: wij socialisten vechten voor onze principes, maar we zijn altijd en overal loyale, betrouwbare partners. Dat erkent vriend en vijand. Het is trouwens mijn overtuiging en mijn ervaring dat voor een goed bestuur niet de ideologieën elkaar moeten vinden, maar de ménsen in dat bestuur. Zoals in een goeie voetbalploeg is het cruciaal dat je kan scoren en laten scoren. Alleen zo kom je samen…vooruit.

Voilà: het hoge woord is eruit: hoe kijk je naar de evolutie van de partij, naar Vooruit?

Er was nood aan vernieuwing en verjonging, en Conner belichaamt dat uitstekend. Dat hij kritiek krijgt voor zijn media-optredens, so be it. Mensen vergeten dat iemand als Bart De Wever zijn partij groot kon maken na zijn deelname aan De Slimste Mens. Dus, als Conner zijn socialistische ideeën gestand doet, wat is dan het probleem? Nee, ik geloof echt in onze jongeren. Dat is trouwens nog een reden waarom ik nu plaats maak. Dominique neemt in deze legislatuur nog wel over,  en dat is goed voor de continuïteit, maar dan is het echt tijd voor een wissel van de wacht. En geloof me, er staan veel getalenteerde jongeren klaar, ook bij ons, in Merksem.

Heb je als socialist met veel kilometers op de teller tips voor die jongeren?

(denkt na) Ach, wie ben ik om met grote wijsheden te komen… Ik zou zeggen: leven en laten leven, daar ben ik weer, dat is het fundament van goed bestuur. En ja, belangrijk ook voor jongeren die hun eerste stappen zetten: laat je niet verbranden - ook niet door de partij, want dat gebeurt wel eens - maar bouw rustig aan de weg vanuit je eigen gedrevenheid en idealen, en wijk niet van je pad af. Dan kom je er wel.

En nu, Gilbert?

O, ik ga me niet vervelen hoor (lacht) Zoals ik al zei, er zijn de kleinkinderen, er is nog het verenigingsleven, maar ik heb nog andere passies: tuinieren, bijvoorbeeld: heerlijk ontspannend, goed om je hoofd leeg te maken, net als koken. Mijn involtini (Italiaanse runderrolletjes) worden meestal erg gesmaakt. Of mijn moussaka. Wat me naadloos in Griekenland brengt. We hebben daar een tweede verblijf, op een steenworp van de zee. Straks gaan we daar een paar maanden doorbrengen.

En dan is er nog je passie voor geschiedenis?

Ja, ik ben gefascineerd door de Tweede Wereldoorlog. Ik werk aan een boek over de Bevrijding van Merksem. Weinig mensen weten het, maar toen Antwerpen al bevrijd was (4 september 1944), volgde nog een zware strijd in ons district. De Bevrijding volgde er pas op 3 oktober, een volle maand later dus. Ik wil verder opzoekwerk doen, begrijpen, verhelderen, en vooral ook: verder vertellen. Die herinnering levend houden is actueler en noodzakelijker dan ooit, dat hoef ik je niet te vertellen, met wat er nu in Oekraïne gebeurt…

Inderdaad! We kijken er naar uit.

Merci, Gilbert, voor de boeiende  babbel, en vooral voor je prachtige parcours in onze beweging, voor alles wat je realiseerde in Merksem en in ’t Stad. Het ga je goed!

 

 

 

 


Ga naar
Over de Auteur

Deel dit artikel met je vrienden.

Dit vind je misschien ook
interessant