Caroline brengt huishoudhulpen, werkgevers én experts samen tijdens Denkdag Dienstencheques
Ronny Wolfcarius
Monday 19
September 2022 15:12
Vandaag staat de dienstenchequesector enorm onder druk. Op vrijdag 16 september bracht Vooruit alle betrokkenen rond de tafel. “We moeten er alles aan doen om het systeem van de dienstencheques te blijven verzekeren, te verbeteren en te beschermen”, zegt initiatiefnemer van Denkdag Dienstencheques Caroline Gennez in dit interview.
Je bent altijd al opgekomen voor de dienstenchequesector. Waarom juist?
Caroline:
De dienstenchequesector is oorspronkelijk in het leven geroepen om zwartwerk tegen te gaan, tweeverdieners te ondersteunen en meer werkgelegenheid te creëren. Wist je dat met Frank Vandenbroucke, het socialisten waren die 20 jaar geleden mee aan de wieg stonden?
Ondertussen is het systeem enorm gegroeid. We kunnen niet meer zonder. Dat bewijzen ook de cijfers. In 2019 waren er meer dan 750.000 individuele gebruikers die samen meer dan 92 miljoen dienstencheques kochten in Vlaanderen. Die gigantische vraag geeft werk aan meer dan 150.000 huishoudhulpen. We willen die dienstverlening blijven verzekeren, ze biedt een belangrijke maatschappelijke meerwaarde.
Toch staat de dienstenchequesector onder druk?
Caroline:
Het systeem staat op barsten. Elk jaar betaalt de belastingbetaler 1,5 miljard euro voor dienstencheques, maar er loopt iets grondig fout. Elke keer zitten de loononderhandelingen muurvast. Als huishoudhulp krijg je niet altijd de ondersteuning van je werkgever en verdien je gemiddeld maar 1.200 euro per maand. Veel jobs zijn ook deeltijds, en dan houden mensen nog minder over. Ook de werkgevers zitten in de problemen. Jarenlang groeiden de subsidies niet mee met de inflatie. Zo zijn veel bedrijven moeten stoppen of hebben ze geen geld voor betere loon- en arbeidsvoorwaarden.
Elk jaar betaalt de belastingbetaler 1,5 miljard euro voor dienstencheques, maar er loopt iets grondig fout. Elke keer zitten de loononderhandelingen muurvast.
Als je ziet dat alle betrokkenen het moeilijk hebben, moet je actie ondernemen. Daarom organiseerde ik een rondetafelgesprek met 13 sprekers uit de sector: bedrijfsleiders én dienstenchequemedewerkers spraken over hun ervaringen. Een enorm boeiende en leerrijke middag.
(Het interview gaat verder onder de foto.)
Wat waren de ervaringen van de huishoudhulpen?
Caroline:
De ervaringen van huishoudhulpen Jonathan Cooreman, Sophie Mampaey en Gerda Jennis lagen in dezelfde lijn. Het loon is duidelijk iets waar onze huishoudhulpen van wakker liggen. Ervaring telt maar weinig mee in de loonschalen. Hun inkomen blijft laag doordat ze vaak (onbetaald) verlof of tijdelijke werkloosheid moeten aanvragen als klanten last-minute afzeggen.
Bovendien verlies je, zeker in deze tijden, als poetshulp geld omdat je van hier naar daar moet, vaak met de auto. Ze weten niet hoe ze hun energierekening gaan betalen deze winter. Dat zorgt voor veel bezorgdheid. Dan krijg je mensen moeilijk overtuigd om te blijven werken in de sector.
De huishoudhulpen vertelden ook dat de koopkracht bij de mensen afneemt en dat ze besparen op het aantal uur dat ze hulp inschakelen. Tegelijk verwachten veel klanten dat ze op minder uren hetzelfde presteren. Hiervoor vragen ze duidelijke begeleiding en ondersteuning van hun werkgevers.
Ook bijkomende opleiding rond ergonomisch en gezond werken zou kunnen helpen om het werk in betere omstandigheden te kunnen doen. In de industriële schoonmaak is dit allemaal al veel meer gestandaardiseerd.
Professor Christophe Vanroelen (VUB) “Op basis van het bestaande onderzoek leren we dat de arbeidsvoorwaarden van dienstenchequewerknemers duidelijk een uitdaging vormen. Een hoger loon, minder flexibel deeltijds werken en meer opleidingsmogelijkheden kunnen de job aantrekkelijker maken. Ook op vlak van arbeidsomstandigheden zijn er veel uitdagingen. Van poetshulpen wordt er verwacht dat ze steeds sneller werken en steeds zwaardere lasten verplaatsen. We zien dan ook dat ze vaker dan de gemiddelde werknemers kampen met gezondheidsproblemen zoals vermoeidheid en fysieke klachten zoals rugpijn. Er is wel een groot verschil tussen dienstenchequebedrijven. Met andere woorden, dienstenchequebedrijven zelf kunnen een verschil maken bij het ondersteunen van hun werknemers.” |
Wat was de reactie van de werkgevers?
Caroline:
De problemen zijn gekend. De werkgevers, zowel de profit als non-profit bedrijven, begrijpen de bezorgdheden van de werknemers. Ze geven aan dat ze al veel inspanningen hebben gedaan. Daarom zijn ze er ook enorm van aangedaan dat ze altijd zo negatief aan bod komen in de pers.
Hun marges zijn flinterdun: 95% van hun inkomsten gaat naar het betalen van lonen. Met het wegvallen van Vlaamse begeleidingsondersteuning staat voor veel ondernemers het water aan de lippen.
Met het wegvallen van Vlaamse begeleidingsondersteuning staat voor veel ondernemers het water aan de lippen.
Christel Geerts van Drietakt (buurtbedrijf Sint-Niklaas dat dienstverlening biedt n.v.d.r.) getuigde dat ze met haar bedrijf er alles aan doet om hun huishoudhulpen te ondersteunen. Ze ziet ook dat het werkt, want het ziekteverzuim is zeer laag. Dat zorgt er wel voor dat ze elk jaar verlies draaien. Als er geen verandering komt, moeten ze een overnemer zoeken of stoppen.
(Het interview gaat verder onder de foto.)
Wat stellen de vakbonden voor?
Caroline:
Issam Benali (ABVV) stelde de keuze scherp: “We gaan voor een toekomstig model waar de overheid duidelijke spelregels vastlegt bij het toekennen van overheidssteun of naar een model waar de grote spelers nog machtiger worden én het belangrijkste doel wordt om dividenden uit te keren.”
Bij het eerste model krijgen bedrijven alleen extra steun als die steun gaat naar extra inspanningen voor de werknemers. Een dienstenchequebedrijf kan meer subsidies krijgen als ze investeert in begeleiding van werknemers, ergonomisch werkmateriaal voor de huishoudhulpen en hen opleidt om dit materiaal juist te gebruiken. Dan kunnen social profits of kleinere profit bedrijven overleven én kan er aandacht gaan naar de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van de poetshulpen.
Was er ook eensgezindheid tussen de huishoudhulpen, de werkgevers en de vakbonden?
Caroline:
Iedereen lijkt het eens te zijn met de vraag om de fiscale aftrek meer inkomensgebonden te maken. Zo kan er meer ruimte worden gecreëerd om de loon- en arbeidsomstandigheden van de poetshulpen te verbeteren. Of zoals Kris Vanhautgaerden (ACV) aangaf: "Als je die ruimte niet geeft, gaat niemand nog in de sector willen werken." Met meer tweeverdieners en meer ouderen zal de vraag naar huishoudhulpen alleen maar blijven stijgen. De politiek zal moeten ingrijpen op de prijszetting. Anders zullen er geen ondernemers meer zijn én geen poetshulpen om het werk te doen.
De politiek zal moeten ingrijpen op de prijszetting. Anders zullen er geen ondernemers meer zijn én geen poetshulpen om het werk te doen.
De vraag blijft dan wat een correcte prijs is voor een dienstencheque. Ann Cattelain (Federgon) wil vooral de eenvoud van het systeem behouden met dezelfde prijs voor een cheque. Voor veel bedrijven is het huidig systeem te ingewikkeld, omdat het systeem in Brussel en Wallonië al anders is. Arbeidseconoom en professor Nick Deschacht merkte op dat een verhoging van de prijs een impact zal hebben op veel huishoudens en ook op het dienstenchequesysteem.
Wat zijn de volgende stappen na dit overleg?
Caroline:
Uit de debatten en gesprekken van onze Denkdag Dienstencheques zijn heel wat ideeën naar boven gekomen. Daar gaan we verder mee aan de slag. In het Vlaams Parlement slaagden we er met Vooruit in om bondgenoten te vinden voor een 100% indexatie van de omruilwaarde voor elke cheque. Dat gaf de sector tijdelijk wat ademruimte. Dankzij onze pleidooien kwamen er ook extra middelen voor beter loon en een iets betere mobiliteitsvergoeding. Maar het werk is niet af.
Uit de debatten en gesprekken van onze Denkdag Dienstencheques zijn heel wat ideeën naar boven gekomen. Daar gaan we verder mee aan de slag.
We moeten nog verder gaan als we willen dat het dienstenchequesysteem blijft bestaan. Er zijn extra middelen nodig voor investeringen in betere omkadering en werkomstandigheden van dienstenchequemedewerkers. Ook moeten we bekijken hoe we een beter loon voor huishoudhulpen kunnen financieren. De ideeën die de sprekers en aanwezigen op onze denkdag naar voor schoven kunnen hier als inspiratie dienen. Samen met Anja Vanrobaeys bekijken we verder waar de politiek een verschil kan maken.”
Caroline Gennez - Vlaams parlementslid Vooruit.
Ga naar Nieuws Vooruit
Over de Auteur
Ronny Wolfcarius
Deel dit artikel met je vrienden.
Dit vind je misschien ook
interessant
-
Voor een beter en socialer Vlaanderen
Team Vooruit29.09.2024
-
Hoe stem je geldig?
Team Vooruit23.09.2024
-
Maak kennis met onze nieuwe parlementsleden
Team Vooruit14.06.2024