Nieuws

LOKAAL: Opinie Jinnih Beels: Hou jongeren weg uit de klassieke gevangenissen

Vooruit Antwerpen

Monday 07

March 2022 14:20

Jinnih Beels is criminologe en Antwerpse schepen. Ze schrijft dit stuk in eigen naam. Verschenen in De Morgen.

De vraag of de dood van een onschuldig, vierjarig kind vermeden had kunnen worden, zindert nog na. Ondertussen dreigen drie jongeren van 16 en 17 jaar als volwassenen berecht te worden. En de aangekondigde nieuwe detentiehuizen, die wil niemand in zijn achtertuin hebben staan. De organisatie van ons huidige strafrecht botst op zijn grenzen en bewijst vandaag eens te meer dat het niet werkt. Tot 70 procent van ex-gedetineerden in ons land, verschijnt op een bepaald moment opnieuw voor de rechter. Een gedeeld falen: als overheid, als rechtstaat en ja, ook als samenleving. Een bredere, diepgaande discussie is nodig, ver weg van de superlatieven en (begrijpelijke) emoties. Want wie oordeelt dat de oplossing schuilt in ‘strenger’, ‘langer’, ‘harder’ straffen, is niet alleen lui, maar heeft ook ongelijk.

De conservatieve visie op strafrecht en de uitvoering daarvan, is deel van het probleem. Gedetineerden worden behandeld als afgeschreven individuen, die we het liefst zo ver mogelijk uit beeld houden zodat we ze kunnen vergeten. Totdat het misloopt. Gevolgd door een collectieve ontsteltenis. Het vergt nochtans geen hogere wiskunde om te beseffen dat we met het huidige systeem onze samenleving dan misschien wel tijdelijk beschermen, maar op langere termijn tikkende tijdbommen en dus net meer veiligheidsproblemen creëren. Mensen voor bepaalde duur opsluiten zonder of slechts met beperkte begeleiding, en hopen dat ze daarna als vrome burgers kunnen meedraaien in onze samenleving wanneer ze weer vrijkomen, is niet alleen naïef, het is ook nalatig.

Eerder dan gedetineerden naar rehabilitatie te leiden, doen gevangenissen vandaag vaak exact het tegenovergestelde. Dat is niet te wijten aan (een gebrek aan inzet bij) de mensen die er werken. Wel aan het totale gebrek aan middelen én erkenning die ze krijgen om dat werk te doen. Denk aan de stilaan uitpuilende gevangenissen, waarvoor we als land al meermaals veroordeeld werden voor het schenden van mensenrechten. Of het gebrek aan psychologische zorg: als het gaat over wachtlijsten, staan gedetineerden achteraan in de rij.

Eigenlijk loopt het al veel vroeger mis. We moeten in onze strafwetgeving en -uitvoering veel meer durven inzetten op alternatieve straffen én verder kijken dan louter sanctioneren. Niet alle mensen die vandaag in de gevangenis belanden, horen er immers ook thuis. Dat geldt ook en in het bijzonder voor onze jongeren in jeugdinstellingen. Op jonge leeftijd is de impact van opsluiting en/of begeleiding eens zo cruciaal. Op die levensfase ingrijpen kan op lange termijn ofwel een winst opleveren, dan wel het probleem doen escaleren. Bovendien moeten we wie terechtkomt in gesloten centra beter behandelen en begeleiden naar het uiteindelijke doel: re-integratie in onze samenleving.

Een wake vorige maand in Sint-Niklaas voor de vermoorde Dean. Dave De Kock, de hoofdverdachte voor de moord op de kleuter, speelde eerder al een rol bij de dood van een kind en zat daarvoor een celstraf uit. Beeld Geert De Rycke
Een wake vorige maand in Sint-Niklaas voor de vermoorde Dean. Dave De Kock, de hoofdverdachte voor de moord op de kleuter, speelde eerder al een rol bij de dood van een kind en zat daarvoor een celstraf uit.Beeld Geert De Rycke

Jonge delinquenten moeten alternatieven aangeboden krijgen voor gevangenisstraffen. Hou jongeren weg uit de klassieke gevangenissen. Dat kan bijvoorbeeld door kleine detentiehuizen uit te rollen. Voor jongeren kunnen we zo voorkomen dat ze in contact komen met de georganiseerde misdaad. Daarvoor zou ook de huidige meerderjarigheidsgrens, zoals voormalig professor jeugd Guy Redig eerder bepleitte (DM 11/2), ter discussie moeten worden gesteld. Maar ook andere gedetineerden die hun vrijlating naderen zouden in soortgelijke detentiehuizen een traject kunnen lopen om de overgang naar de samenleving beter te kunnen maken. Een aanpak voor beide groepen is een absolute prioriteit om meer veiligheid te realiseren.

En hoe wollig het ook mag klinken, een succesvol veiligheidsbeleid staat of valt met preventie. Via ons onderwijs, door samenwerking met middenveldorganisaties zoals jeugdwerkingen, via onze zorg, door fors meer inzet op wijkteams bij politie,... Wie, op welke manier dan ook, verbinding verliest met de samenleving, kan er maar moeilijk deel van uitmaken. Om dat te detecteren en te ondervangen, hebben we onze voelsprieten maximaal nodig. Hoe simplistisch sommigen het ook willen voorstellen, het probleem is complex en er bestaat helaas geen pasklare oplossing. Daar is samenwerking voor nodig, onder meer bij die zogenaamde voelsprieten, maar bovenal politieke moed. Het vergt wil om het fundamenteel anders te doen, en daarbij partijgrenzen en bevoegdheden te overstijgen.

Het aantal criminele feiten tot nul reduceren, mag een illusie zijn, de verantwoordelijkheid van een overheid om ze tot een absoluut minimum te beperken en haar burgers te beschermen, is dat allerminst.


Ga naar Vooruit Antwerpen
Over de Auteur

Vooruit Antwerpen

Deel dit artikel met je vrienden.

Dit vind je misschien ook
interessant