Op vraag van de stad Kortrijk voerde professor Pieter-Paul Verhaeghe van de vakgroep Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) dit jaar een onderzoek uit nadat eerder was gebleken dat in een aantal centrumsteden (waaronder Kortrijk) mensen met een vreemde naam minder werden uitgenodigd voor een bezoek aan een te verhuren pand. Ook op individuele basis waren meerdere meldingen door slachtoffers overgemaakt. Op vraag van de stad werd niet alleen gemeten op basis van naam of afkomst, maar ook op basis van seksuele geaardheid. Dat laatste in het kader van het plaatselijke 'Regenboogbeleid'.
Tussen 1 maart en 30 april 2022 werden 398 nieuwe testen afgenomen. Er werden 203 testen afgenomen op basis van etniciteit en 195 testen op basis van seksuele geaardheid. 76% van de testen gebeurde bij makelaars, 24% van de testen gebeurde bij private verhuurders.
Methode van de toetsing
Hoe gebeuren die testen? Twee gelijkaardige kandidaten contacteren een makelaar of particuliere verhuurder naar aanleiding van een concrete huuradvertentie via Immoweb. Ze vragen in correct Nederlands of ze de huurwoning kunnen bezichtigen. Bij de toetsing rond etnische achtergrond gaat het om een kandidaat met een Marokkaanse naam en een kandidaat met een Belgsiche naam.
Bij de toetsing rond seksuele oriëntatie gaat het om een heterokoppel versus een homoseksueel koppel.
Nadien worden de reacties per mail van de makelaars en de verhuurders gedurende 10 dagen bijgehouden. Wanneer de testpersoon significant minder wordt uitgenodigd voor een plaatsbezoek dan de controlepersoon is er sprake van nadelige behandeling te wijten aan discriminatie.
Resultaten
Uit deze resultaten blijkt dat kandidaat-huurders met een Marokkaanse naam significant minder worden uitgenodigd voor een plaatsbezoek dan kandidaat-huurders met een Vlaamse naam. Bij 24% van de aanbiedingen voor huurwoningen in Kortrijk door een immomakelaar wordt gediscrimineerd op basis van etniciteit. Bij particuliere verhuur gaat het om een discriminatiegraad van 67%.
Op vraag van Stad Kortrijk werd deze tweede toetsingsronde uitgebreid naar een test op basis van seksuele oriëntatie. Hier is positief nieuws te melden; bij verhuur via immomakelaars is er geen discriminatie vastgesteld op basis van seksuele oriëntatie. Bij verhuur door particulieren is er echter een discriminatiegraad te zien van 13%.
Het onderzoek verwerkte geen gegevens van individuele verhuurders of verhuurkantoren. Het gaat dus om algemene cijfers.
Overleg met Kortrijkse immosector
De resultaten werden intussen grondig besproken met de sector van de makelaars, te weten een vertegenwoordiging van de CIB West-Vlaanderen (Confederatie van Immobiliënberoepen) en van meerdere immokantoren uit Kortrijk. Dat leidde tot een plan van aanpak met onder meer volgende acties om de toegang tot de Kortrijkse huurwoningmarkt eerlijker, toegankelijker en goedkoper te doen verlopen:
1. Extra vorming voor makelaars en student-makelaars
Via CIB West-Vlaanderen worden specifieke opleidingen en vormingen, om discriminatie tegen te gaan en gelijke kansen te bevorderen, voorzien voor studenten in de hogescholen Vives en Howest. Ook de bestaande immomakelaars worden ondersteund via specifieke vormingen van de beroepsorganisatie. Uit het overleg bleek immers dat immomakelaars in bepaalde gevallen druk ondervinden van hun klanten-verhuurders.
Zowel het onderzoeksteam van de VUB als de lokale overheid willen meewerken aan die opleidingen en vormingen. Blijkt immers dat met de sector beter kan samengewerkt worden rond bestaande acties. Zie 2.
Conform het bestuursakkoord wordt op termijn een nieuwe meting uitgevoerd om te zien hoe de situatie evolueert. Daarbij is meting op individueel kantoorniveau mogelijk om gerichter te kunnen werken aan verbetering.
3. Extra inzet op het Kortrijks Huurgarantiefonds
Gezinnen met een beperkter inkomen hebben het vaak moeilijk om op de private huurmarkt een geschikte woning te vinden. Dat komt door de toepassing van de zogenaamde 1/3de regel (maximaal 1/3de van het inkomen kan gaan naar verhuring) door de verhuurders. Neem een alleenstaande ouder met twee kinderen. Bij een inkomen van 1.800 euro netto vindt die nauwelijks een geschikte woning voor een maandhuur van 600 euro.
Daarom werd het Kortrijkse Huurgarantiefonds gestart. Het is een lokaal fonds van het OCMW dat huurders die meer willen en kunnen betalen aan huur, in bescherming neemt. Dat gebeurt via een eenvoudig addendum bij het huurcontract met drie partners: verhuurder, huurder en OCMW. Bij betalingsmoeilijkheden neemt het fonds gedurende maximaal 6 maanden de betaling van de huur waar (in voorschot) en intussen wordt met huurders naar een duurzame oplossing van betalingsmoeilijkheden gezocht.
Intussen werden al meer dan 50 Kortrijkse Huurgaranties afgesloten en in amper 2 gevallen moest voor ene beperkte periode tussengekomen worden. Het fonds blijkt evenwel te weinig gekend bij de immosector, de verhuurders én de huurders. Daar wordt nu aan gewerkt.
Meer info: Philippe De Coene, schepen van Sociale Vooruitgang, 0477 45 32 32