LOKAAL: Koen Neirynck deelt het verhaal van zijn burn-out: ‘Om anderen te helpen’
Vooruit Gent
Tuesday 28
May 2024 14:47
Koen Neirynck, Zwijnaardenaar, bestuurslid van Vooruit Gent en kandidaat (nr. 36) op de lijst van Voor Gent voor de gemeenteraadsverkiezingen op 13 oktober 2024, is al een tijdje terug aan het werk na een periode van burn-out. Hij heeft beslist om zijn verhaal te delen met de buitenwereld.
“Ik heb getwijfeld. Maar ik moét het doen, om anderen te helpen. Ik heb 25 jaar als opvoeder-diensthoofd in pedagogisch centrum Wagenschot gewerkt. Tot ik in augustus 2023 ‘tegen de muur liep’. Te lang te hard gegaan, te vaak moeten bijspringen als collega’s uitvielen. Het kantelpunt was de aanpassing van de financiering van organisaties zoals Wagenschot, in 2015 door de toenmalige Vlaamse regering. Een verplicht aantal registraties hangt sindsdien als een Zwaard van Damocles boven de sector en zet een constante druk op de voorzieningen en dus ook en vooral op het personeel.”
‘Vlaanderen, investeer meer in de toekomst van je kwetsbare zonen en dochters’
Nochtans ligt de oplossing voor de hand, volgens Koen. “Vlaanderen, investeer meer in de toekomst van je kwetsbare zonen en dochters. In meer vorming voor het personeel. Zorg vooral ook voor méér personeel zodat de leefgroepen kleiner kunnen. Ook koepelorganisaties zoals het Vlaams Welzijnsverbond hebben een belangrijke taak: neem de organisaties meer overheadwerk uit handen zodat die meer tijd hebben voor hun kerntaken.”
Hoe dan uit een burn-out geraken? “Regel nummer 1: probeer het niet alleen. Via mijn huisarts ging het richting psychologische hulp. Tegelijk koos ik voor loopbaanbegeleiding door mijn vakbond ABVV. Katia van de vakbond leerde mij anders denken over werk. Wat zijn je sterktes, wat wil je graag doen? Ondertussen vervang ik leerkrachten in het secundair onderwijs en in de Arteveldehogeschool. Want ook in het onderwijs zijn er erg veel langdurig zieken…”
Onder de foto lees je zijn volledige getuigenis.
Om met de deur in huis te vallen: ik wil graag een verhaal delen over burn-out, en wat dat doet met een mens. Of beter: wat het deed (en doet) met mij. Want het is een persoonlijk verhaal gebaseerd op mijn ervaringen.
Ik heb getwijfeld om het te doen. Want bij een burn-out hoort ook schaamte. Maar ik moét het doen, vind ik. Om anderen te helpen de symptomen te herkennen en problemen te voorkomen. Om mensen die wél in hetzelfde bedje ziek zijn (de beeldspraak is niet lukraak gekozen) een hart onder de riem te steken. En om meteen ook enkele suggesties te doen aan de – vooral Vlaamse – overheid, om de burn-out-epidemie (want daar lijkt het stilaan op) aan te pakken.
Ik heb ongeveer 25 jaar als opvoeder-diensthoofd in pedagogisch centrum Wagenschot gewerkt, een zorgaanbieder voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen met gedrags- en emotionele problemen. Het lukte me heel lang om daar op een ‘juiste’ manier mee om te gaan: empathisch en oplossingsgericht tijdens de werkuren, de miserie in de jas aan de kapstok thuis. Tot ik in augustus 2023 ‘tegen de muur liep’. Te lang te hard gegaan. Te vaak moeten bijspringen als collega’s uitvielen. Geprangd tussen beleidswerk (theorie) enerzijds, en de operationele werking (personeel & jongeren) anderzijds. Dat we een jonge gast met een meervoudige problematiek nergens onderdak konden bezorgen, waardoor die dreigde aan zijn lot overgelaten te worden (inclusief dakloosheid), zadelde mij op met een gigantisch schuldgevoel. Dat hakte mij finaal om.
Het kantelpunt was de aanpassing van de financiering van organisaties zoals Wagenschot, in 2015 door de toenmalige Vlaamse regering. Voorheen werden de werkingsmiddelen bepaald op basis van de erkenning die je als voorziening had en die bood enkele jaren zekerheid. Na de aanpassing werd de ‘persoonsvolgende hulp’ het uitgangspunt. Een verplicht aantal registraties hangt sindsdien als een Zwaard van Damocles boven de sector en zet een constante druk op de voorzieningen en dus ook en vooral op het personeel. Het gaat tegenwoordig te veel over cijfers en te weinig over mensen. Het doorgeschoten proceduredenken laat nauwelijks ruimte voor empathie en zorg op maat. Daar worden onze jongeren niét beter van.
Nochtans ligt de oplossing voor de hand: Vlaanderen, investeer meer in de toekomst van je kwetsbare zonen en dochters. Investeer in meer vorming voor het personeel. Zorg vooral ook voor méér personeel, zodat de leefgroepen kleiner kunnen (van 10 à 12 naar maximum 8 jongeren). Daar worden zowel de medewerkers als de jongeren in kwestie wél beter van. Ook koepelorganisaties zoals het Vlaams Welzijnsverbond hebben een belangrijke taak: neem de organisaties meer overheadwerk uit handen zodat die meer tijd hebben voor hun kerntaken.
Daarvoor heb je vooral socialisten nodig in de Vlaamse regering. We gaan er alles aan doen om daarvoor te zorgen. Maar ondertussen zítten wel heel veel mensen met een burn-out…
Ik vond het vooral een vreemde fysieke gewaarwording. Een tot voor kort vrij zelfverzekerde hoogopgeleide man van middelbare leeftijd krijgt last van slapeloosheid en angstaanvallen. De plotse stilte rondom je is oorverdovend. Je merkt heel snel wie voor je blijft zorgen en wie haast als vanzelf afstand neemt. Ik heb het geluk een sterk netwerk te hebben: gezin, familie, vrienden. Niet iedereen heeft dat geluk. De vrienden die mij in alle discretie uit mijn huis haalden en naar de natuur brachten, vooral in de donkerste winterdagen, blijf ik voor eeuwig dankbaar. Tot slot is er de schaamte waar ik het al over had. Bij elke instantie, bij elke dossierbeheerder opnieuw je verhaal moeten doen: dat is vernederend. Ik voelde me bovendien schuldig tegenover mijn collega’s bij Wagenschot: in mijn ogen had ik gefaald.
Hartverwarmend was wel dat mijn leidinggevende en de personeelsverantwoordelijke van Wagenschot altijd begripvol bleven. Ze hielden het contact warm: ik hoorde ze niet te veel, maar wel altijd als ik hen nodig had.
Hoe ben ik dan (stilaan) uit geraakt? Regel nummer 1: probeer het niet alleen. Ik ben ervan overtuigd dat het zo niet lukt. Ik ben eerst naar mijn huisarts gegaan. Gelukkig is die fenomenaal goed. Via de huisarts ging het richting psychologische hulp. Die wás er – snel, laagdrempelig, zelfs deels terugbetaald (al denk ik dat de financiële drempel voor sommigen zelfs dan nog hoog blijft).
Tegelijk koos ik voor loopbaanbegeleiding door mijn vakbond ABVV. Want ik wil voor een andere job gaan. Ik voel dat de confrontatie met de miserie van alledag in de jeugdzorg mij cynisch zou maken of mij helemáál de dieperik in zou duwen. Daar heeft natuurlijk niemand iets aan. Katia van de vakbond leerde mij anders denken over werk. Wat zijn je sterktes, wat wil je graag doen? Om op basis van de antwoorden ánders te solliciteren, voor ándere jobs. Ondertussen vervang ik leerkrachten in het secundair onderwijs en in de Arteveldehogeschool. Want ook in het onderwijs zijn er erg veel langdurig zieken. Die progressieve werkhervatting bij een nieuwe werkgever is administratief een lastige zaak. Zeker als je twee vervangingen combineert. Gedoe met administratie, te weinig overdracht van anciënniteitsjaren van Welzijn naar Onderwijs. Dat moet volgens mij eenvoudiger kunnen.
Soit, ik ben terug aan de slag, weze het dan deeltijds. Dat doet mij deugd. Ik neem niet té veel hooi op de vork, de batterijen moeten nog vollopen. Ik heb mijn grenzen leren kennen, dat zal mij hopelijk helpen om gelijkaardige problemen in de toekomst te voorkomen. Zó ver mag het niet meer komen.
Het taboe geraakt stilaan doorbroken. De problematiek is zeer actueel, er zijn helaas meer dan 500.000 langdurig inactieven in ons land. De kwestie klimt steeds hoger op de politieke agenda. Maar verandering gaat traag. Door mijn persoonlijke verhaal te delen hoop ik een steentje te verleggen in de rivier.
Ga naar Vooruit Gent
Over de Auteur
Vooruit Gent
Deel dit artikel met je vrienden.