Nieuws

LOKAAL: Gent – Burak Nalli één maand BCSD-lid: ‘Collectief zorg dragen voor mensen die het wat moeilijker hebben’

Team Vooruit

Thursday 02

December 2021 11:25

Eind oktober 2021 werd Burak Nalli (32 jaar, politiek wetenschapper, adviseur bij een bank en verzekeraar en actief lid van onze wijkafdeling 9050) lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) van de Stad Gent, de opvolger van de OCMW-raad, voorgezeten door Rudy Coddens als schepen van Armoedebestrijding. Op 4 november zetelde hij voor het eerst in dit comité dat beslissingen neemt over individuele dienstverlening en maatschappelijke integratie. Wij belden met Burak om te polsen naar zijn ervaringen, na één maand als Vooruit-mandataris.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: hoe is het om BCSD-lid te zijn, Burak?

“Ik voel de verantwoordelijkheid voor al die mensen die nood hebben aan steun van ons, als samenleving. Ik zie bijvoorbeeld dossiers passeren van studenten die tijdelijk steun nodig hebben om af te studeren, omdat er een breuk is gekomen in de relatie met hun ouders. Als wij hen kunnen helpen om effectief dat diploma te halen, dan zetten we hen goed op weg in het leven. Wie zonder diploma op de arbeidsmarkt terechtkomt heeft nu eenmaal minder kans op werk, heeft dan ook geen inkomen, enzovoort. Die negatieve spiraal moeten we zo veel mogelijk vermijden. We moeten collectief zorg voor dragen voor mensen die het wat moeilijker hebben. Ik draag daar mijn steentje toe bij, ook al omdat ik heel veel opsteek van Rudy en van kameraad Pascal Verbeke die al langer BCSD-lid is en mij veel leert.”

Wat is het belangrijkste probleem waar je mee geconfronteerd wordt?

“Ik ben nog niet lang lid van het BCSD maar ik word toch al gewaar dat de grootste belemmering is, dat mensen vaak niet de hele waarheid durven vertellen over hun kwetsbare situatie. Ze schamen zich, ze moeten een psychologische drempel over maar dat is niet simpel. Begrijpelijk, maar het maakt ons werk moeilijker, omdat we daardoor vaak een minder goed zicht hebben op de situatie van de cliënten. Mensen moeten weten dat ze bij het OCMW hun hele verhaal kwijt kunnen zonder dat ze zich zorgen moeten maken over het oordeel door anderen. Misschien moeten we dat aspect van de aanpak nog duidelijker bekendmaken.”

“Let wel: een heel kleine minderheid weet heel goed hoe het systeem te misbruiken om geld onrechtmatig in eigen zakken te steken. Daar zijn we heel alert voor, dat kán gewoon niet. Als je daar niet streng voor bent, dan ondermijn je de solidariteit. Dat kunnen we niet laten gebeuren: de steun moet terechtkomen bij de mensen die die écht nodig hebben.”

Zijn er al dingen waarvan je zegt: dát kan beter?

“De maatschappelijk werkers die de contacten onderhouden met de cliënten doen geweldig werk, da’s wel duidelijk. Ze doen het met hart en ziel. Chapeau. Tóch zou ik ook graag zelf wat meer rechtstreeks contact willen met ‘de mensen achter de aanvragen’. We moeten heel vaak beslissingen nemen op basis van de inschatting en het verslag van de maatschappelijk werkers. Tijdens hoorzittingen komen de aanvragers wél zelf langs om hun verhaal te doen, maar dat zijn er maximum vier per week, onder andere over speciale verzoeken. Ik zou graag meer hoorzittingen hebben, zodat we rechtstreeks in dialoog kunnen gaan – en zo ook meer impact zouden kunnen hebben op de dossiers. Ik besef evenwel dat dat niet evident is, het gaat letterlijk om honderden dossiers per week. We moeten maar eens bekijken wat mogelijk is.”

Je vertelde eerder al je vooral aandacht wil voor betaalbaar wonen, de strijd tegen discriminatie, degelijk onderwijs en burgerparticipatie. Kan je je ei wat kwijt in het BCSD?

“Indirect wel uiteraard, door mensen meer zelfredzaam te maken. Armoede is eerst en vooral een financiële kwestie maar heeft een invloed op alle levensdomeinen. Kijk naar het aspect wonen bijvoorbeeld. De woningmarkt is oververhit, kopen én huren zijn geweldig duur geworden. De huur neemt heel vaak een te grote hap uit het maandbudget van onze cliënten. Vanuit het BCSD worden mensen die in zeer grote problemen zitten wat wonen betreft, meteen doorverwezen naar sociale huisvestingsmaatschappijen en/of het Sociaal Verhuurkantoor. Een goeie aanpak, maar er moeten natuurlijk veel meer betaalbare woningen zijn… Ons stadsbestuur heeft van woonbeleid prioriteit nummer 1 gemaakt, met 90 miljoen euro investeringen in deze bestuursperiode. Maar vooral de Vlaamse overheid moet ‘een tand of twee bijsteken’ en meer investeren in sociale huisvesting. Ik ben benieuwd.”

Je behaalde bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen, in oktober 2018, al meer dan 1.600 stemmen. Hoe ambitieus ben je nog?

“Kijk, ik wil enkel aan politiek doen om bij te dragen aan de samenleving, niet voor ‘een postje’. Ik haal grote voldoening uit mensen helpen. Ik weet dat dat kán door aan politiek te doen, ik merk dat nu meer dan ooit. Dus: ik blijf volop actief binnen Vooruit Gent en dan zien we wel. Als ik de beweging kan vooruit helpen: met veel plezier. In welke rol? Dat hoor ik dan wel.”


Ga naar Nieuws Vooruit
Over de Auteur

Team Vooruit

Deel dit artikel met je vrienden.

Dit vind je misschien ook
interessant