Nieuws

Frank Van Acker: visionair burgemeester voor Brugge

Vooruit Brugge

Friday 22

April 2022 15:44

Op vrijdag 22 april is het exact 30 jaar geleden dat Frank Van Acker kwam te overlijden. Een terugblik op de krachtlijnen van zijn beleid. 

Tijdens het 15-jarig burgemeesterschap van Frank Van Acker veranderde Brugge grondig van uitzicht en karakter. In de periode 1977-1992 werden in Brugge tal van drastische vernieuwingen doorgevoerd, die de stad een totaal nieuw imago en een nieuw elan hebben gegeven. Tot op vandaag, 30 jaar na zijn overlijden, blijft de invloed van het beleid van Van Acker op het leven in Brugge op merkwaardige wijze zichtbaar en voelbaar. Het is de grote verdienste van burgemeester en Minister van Staat Frank Van Acker dat hij door een visionair en gedurfd beleid een toekomst voor zijn stad realiseerde en Brugge op weg zette naar de 21e eeuw, naar de stad waar het vandaag erg goed om leven en werken is. In deze bijdrage worden de krachtlijnen van dit stedelijk beleid in het vierde kwart van de 20e eeuw nog eens op een rij gezet.

De gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1976 zullen in de geschiedenisboeken van Brugge voor altijd als een politieke mijlpaal geboekstaafd staan. 100 jaar volstrekte CVP-meerderheid werd plotsklaps en verrassend weggeveegd. Omdat de toenmalige CVP alleen enkele ‘kruimels’ gunde aan de mogelijke coalitiepartner BSP onder leiding van Frank Van Acker, werd al snel een nieuwe meerderheid gevormd
zonder CVP. Frank Van Acker, tot dan een van de nationale boegbeelden van de toenmalige BSP, werd Burgemeester. Op 27 april 1977 legde hij de eed af. Het zou de start zijn van een nieuwe wind, die op alle vlakken door Brugge waaide en ’oude vormen en gedachten’ van gemeentepolitiek zou wegblazen. In de loop der jaren was Van Acker ervan overtuigd dat het burgemeestersambt een van zijn meest boeiende en uitdagende opgaven was. Hij nam geen enkel ander mandaat waar, wat een uniek feit is in de Belgische gemeentepolitiek. Bovendien onthield hij zich ook van het knippen van lintjes en public-relations. Hij gaf zich dan ook volledig aan zijn ambt als burgervader. Dit werd in 1982 en 1988 electoraal vertaald in twee klinkende overwinningen, wat er op wees dat de Bruggeling zijn inspanningen volop naar waarde hebben geschat. In twaalf jaar bestuur verdubbelde Van Acker zijn persoonlijke voorkeurstemmen van 7.920 naar 14.588. De toenmalige SP groeide van 25 naar 35% en steeg van 13 naar 19 op 47 gemeenteraadszetels.

POLITIEKE VERDRAAGZAAMHEID EN ONTZUILING

Frank Van Acker was een fervent verdediger van de verdraagzaamheid en koesterde een grote tolerantie voor ieders opinie. Hij stond een pluralisme voor in de ware zin van het woord en etaleerde zijn openheid voor andersgezinden. Hij zette zich af tegen de enge vormen van de particratie en was een rabiaat tegenstander van de verzuiling. Voor Van Acker werden er in de gemeentepolitiek geen belangrijke ideologische beslissingen genomen: “Als je een straat heraan legt of een fontein installeert, zal je die niet in het rood, geel of het blauw schilderen.” In die overtuiging wilde hij een ‘Burgervader’ zijn voor elke Bruggeling, van gelijk welke overtuiging. Enkele dagen na zijn eedaflegging al kwam hij in het nieuws toen hij niet meeging in de H. Bloedprocessie maar op de tribune als Burgemeester de honneurs waarnam voor de genodigden. Niet lang daarna was hij een opgemerkte gast, ondanks zijn vrijzinnige overtuiging, op het zilveren ambtsjubileum van Bisschop Desmedt van Brugge, met wie hij nadien nog belangrijke contacten zou hebben voor het bestuur van de stad. Hij achtte het belangrijk dat een aantal mensen in België het wantrouwen tegenover de verzuiling aflegden. Een belangrijke uiting van zijn verdraagzaamheid was zijn onvoorwaardelijk respect voor de democratie. Ook in het Brugse beleid zette hij dat in duidelijke daden om. Zo werden voor de eerste keer in de besturen van intercommunales, raden en commissies, waarin de stad vertegenwoordigd was, vertegenwoordigers van meerderheid én oppositie samen opgenomen. Fernand Traen, vooraanstaand Brugs CVP-politicus en voormalig schepen, bleef voorzitter van de Brugse haven en een groen gemeenteraadslid werd secretaris van de huisvuilintercommunale IVBO. Deze tolerantie voor andersdenkenden hanteerde hij ook in zijn dienstbetoon, al vond hij dienstbetoon eigenlijk overbodig: ‘ofwel heb je als particulier bepaalde rechten op iets en dan moet de administratie daarvoor zorgen, ofwel heb je die rechten niet en moet je er niet om vragen’ was zijn overtuiging. Daarom werden ALLE mensen die naar zijn spreekuur kwamen op correcte wijze geholpen, nooit werd gevraagd om een partijkaart te kopen of bij de rode mutualiteit aan te sluiten. Ook op het vlak van benoemingen waakte Van Acker erover dat de grootst mogelijke objectiviteit aan de dag werd gelegd. Vergelijkende aanwervingsexamens en het strikt volgen van de werfreserves werden de regel. Partijkaarten telden niet meer.

EEN MODERNE STADSADMINISTRATIE TEN DIENSTE VAN DE BURGER

Van Acker erfde een stadsadministratie die niet mee geëvolueerd was met de ontwikkelingen van de 20e eeuw. Voor belangrijke nieuwe maatschappelijke problemen was er geen deskundigheid in de administratie aanwezig. De administratie had ook weinig in de pap te brokken en nam geen deel aan de beleidsvoorbereiding van het bestuur. Van Acker heeft daar vanaf het begin van zijn bestuur verandering in gebracht.
Hij werkte nauw samen met het bestaande personeelskader, dat hij geërfd had, en betrok hen meteen bij de voorbereiding van de beslissingen, wat een revolutie betekende voor de werking van de administratie. Van Acker creëerde daartoe o.a. het zgn. ‘precollege’, een vergadering op woensdag, waar elk diensthoofd persoonlijk zijn dossiers aan de Burgemeester mocht komen toelichten ter voorbereiding van het
Schepencollege op vrijdag. Deze interactie tussen administratie en bestuur gaf aan de ambtenaren meer verantwoordelijkheid en aan de burgemeester volledig zicht op elk dossier. De huisvesting en uitrusting van de stadsdiensten was daarbij een belangrijke zorg om efficiënt te kunnen werken. Het gerechtshof op de Burg werd in 1988 omgetoverd tot een volledig nieuw en modern Administratief Centrum. Het huidige
Huis van de Bruggeling is daar de hedendaagse exponent van. Maar eerst en vooral werd snel werd werk gemaakt van nieuwe specifieke diensten, om de uitdagingen en noden van de burgers en bedrijven up to date te begeleiden.

Zorg voor het leefmilieu

De oprichting eind 1979 ‘van een gespecialiseerde dienst voor de bescherming van het leefmilieu onder de leiding van een hooggespecialiseerde milieudeskundige’ betekende een mijlpaal in de modernisering van de Brugse stadsadministratie en een heuse ombudsdienst op milieuvlak. Als beleidsinstrument was zo’n dienst toen een primeur voor België maar vandaag, anno 2022, een dienst die niet meer kan weggedacht worden in een stedelijke administratie. Dankzij deze dienst kon en kan daadwerkelijk opgetreden worden tegen lucht-, water-, lawaai- en bodemverontreiniging. De stad Brugge kon voortaan met gelijke wapens ‘strijden’ tegen milieuvervuilende bedrijven, die wel de nodige kennis en middelen in huis hadden/hebben om zich te verdedigen. Bayer Rickmann/Email, Van Loocke, Strovi en Carcoke zijn maar enkele voorbeelden van milieudossiers, die in Brugge al jaren voor milieuvervuiling zorgden zonder enige oplossing, maar onder Van Acker hun activiteiten hebben moeten stopzetten of opschonen. Deze dienst was en is ook nog altijd van onschatbare waarde voor de milieuproblematiek in het kader van de ontwikkeling van de Brugse haven. Dossiers als de LNG-terminal maar ook de heftige polemieken naar aanleiding van munitie-, wapen- en vooral kernafvaltransporten waren gekenmerkt door zeer delicate milieuaspecten waar de stad ten volle haar rol kon spelen. Door het beleidsoptreden van Van Acker werd het dumpen van kernafval in zee, via de haven van Zeebrugge, definitief gestaakt. Twee andere instituten zagen kort nadien langs de Pathoekeweg het levenslicht, nl de verbrandingsinstallatie voor huisvuil en de waterzuiveringsinstallatie voor afvalwater. Even verderop zou enkele jaren later nog een gloednieuwe brandweerkazerne gebouwd worden waarvan de locatie precies gekozen werd omwille van de delicate milieuproblematiek in deze bedrijfs- en havenomgeving. Op 23 oktober 1979 nam Van Acker op het Werfplein de eerste glascontainer in gebruik; het eerste containerpark was onder zijn beleid nog voorbereid en werd kort na zijn overlijden geopend.

Inspraak en communicatie

De betrokkenheid van de burger zag Frank Van Acker als “oriënterend en bepalend voor een democratisch gemeentebeleid”. Van Acker gaf dat inhoud op twee vlakken: recht op objectieve informatie enerzijds en recht op inspraak en participatie anderzijds. Dit alles was mogelijk door de oprichting van de Stedelijke Informatiedienst in 1980, de eerste in Vlaanderen, en aansluitend, in 1981, de opening van een Stedelijk Infocentrum. Via deze dienst organiseerde de stad regelmatig info- en inspraakvergaderingen, verscheen een persbulletin, werd vanaf 1985 een ‘gemeentegids’ uitgegeven maar vooral, vanaf 1977, de brochure ‘Brugge, Nu en Straks’. Deze brochure -Van Acker kwalificeerde het als “een bescheiden drukwerkje, zakelijk en zonder reclamestunts, een sober opgevatte brochure”- stelde de beleidsopties voor, belichtte de realisatie ervan, informeerde de bevolking over de initiatieven en riep op om “wensen, klachten, ideeën voor te stellen opdat Brugge een open, verdraagzame en gastvrije stad zou worden waar het voor ieder …goed is om te leven.” Daarnaast zagen heel wat inspraak- en adviesorganen het levenslicht. Alleen de aanwerving van een ‘Ombudsman’ stootte op problemen. Dit moest voor Van Acker het sluitstuk van een correct en objectief bestuur worden maar de eisen waren op dat moment te streng om een bekwaam onafhankelijk kandidaat te kunnen selecteren. In 1997, 5 jaar na zijn overlijden, deed de onafhankelijke dienst ‘Ombudsman’ toch zijn intrede. Tot op vandaag zijn, dankzij de initiatieven van Frank Van Acker, al deze diensten en raden niet meer weg te denken in het stadsleven en maken ze een essentieel onderdeel uit van de democratische beginselen van behoorlijk en correct bestuur.

OPMERKELIJKE BELEIDSMAATREGELEN

Verkeer en stadsrenovatie
Van meet af aan besefte Van Acker dat deze twee beleidsaspecten de sleutelelementen waren om de stad opnieuw een leefbaar en aantrekkelijk imago aan te meten. De renovatie van de binnenstad maar ook van tal van gemeentepleinen op de rand was dan ook een van de grootste speerpunten van zijn beleid. De stad bood geen belevingskwaliteit en de auto palmde het ganse openbaar domein in waardoor bewoner en bezoeker weggedrukt werden en de stad ontvolkt geraakte. Er moesten gedurfde en indringende maatregelen genomen worden op basis van een duidelijke en rechtlijnige visie en strategie. Van Acker slaagde erin, door een combinatie van 10-tallen maatregelen, de stad weer nieuw leven in te blazen en een volledige metamorfose te laten ondergaan, waarvan de grondslagen op vandaag nog steeds de
basis vormen voor de aantrekkingskracht van Brugge.

Stadsrenovatie
Al vrij snel -nog geen jaar na zijn aantreden- werden de Blinde Ezelstraat, Burg, Vismarkt en Breidelstraat verkeersvrij gemaakt. Daarna volgde de Sint-Amandsstraat. Het zou de start worden van een paternoster aan realisaties die Brugge een compleet nieuwe en attractieve look zouden geven inzake leven en wonen. ’t Zand werd in 1982 als plein helemaal parkeervrij heraangelegd en werd, samen met een bruisende fontein, de ontmoetingsplek van Bruggeling en bezoekers. Samen met 10-tallen andere pleinen en Brugse hoekjes onderging het openbaar domein van Brugge een complete gedaanteverwisseling. Brede voetpaden in de winkelstraten gaven aan de shopper opnieuw de kans rustig maar intens te genieten van het winkelaanbod. Elders in de stad werden grote en veel kleinere straten en haast volledige wijken
systematisch en volledig heraangelegd om de bewoonbaarheid en levenskwaliteit weer op peil te brengen. De voetganger kreeg zijn ruimte terug! De Brugse lantaarn sierde opnieuw de straatgevel, de gevels van vele openbare gebouwen kregen een nieuw aanblik en werden ontdaan van het zwarte roet van tientallen jaren uitlaatgassen. In de nissen van het Brugse stadhuis verschenen nieuwe beelden, de Brugse monumenten kregen een eigen sfeervolle verlichting en het asfalt in tal van straten verdween voor typische kasseien. Straat- en gevelbeeld vormden opnieuw één geheel.

In de stad werden overal bomen en groen ingeplant, bomen werden zelfs op hun geheel van het Zand naar elders in de stad overgeplant. Grote en veel kleine parken werden aangelegd en opengesteld voor het publiek zoals het Beisbroek- en Tudorpark op de rand, maar bv ook het Minnewaterpark en de Hof Sebrechts. In Sint-Kruis werd zelfs een bomenbank ingericht en in Assebroek werd de Kinderboerderij ‘De Zeven Torentjes’ in gebruik genomen.

Ook het cultuurleven en handelsgebeuren kregen door die ganse renovatiebeweging een nieuwe boost. De Stadsschouwburg kreeg zijn grandeur van weleer terug, andere cultuurzalen volgden en op de Burg greep in de zomer het muziekfestival Showburg plaats. Van Acker zorgde voor een revolutionaire tribune met regietoren waar ruim duizend mensen konden genieten van shows van de grootste zangers uit die tijd: Becaud, Aznavour, Dalida, Dutronc en andere wereldgezelschappen zorgden ervoor dat elke Bruggeling tegen een heel schappelijke prijs kon genieten van wereldsterren die anders alleen maar in casino’s en dure concertzalen te bewonderen waren. Van Acker was daar bijzonder fier op.

Verkeer en parkeren.
Deze grootscheepse stadsrenovatie noodzaakte echter ook een duidelijke visie op verkeer en parkeren. De aanleg van nieuwe (ondergrondse) parkings, waaronder deze onder ‘t Zand gekoppeld aan een tunnel tussen Koning Albert I-laan en Hoefijzerlaan, legde de absolute grondslag voor een verkeersleefbare stad. De laatste in de rij was deze aan het station maar Van Acker kon de realisatie ervan niet meer meemaken. In de stad was een verkeersinfarct zo goed als een feit geworden. Zowel de historische kern van Brugge als de gewone volkswijken werden compleet onleefbaar door de druk van het autoverkeer. Stap voor stap werd gewerkt aan een nieuwe verkeers- en parkeerfilosofie. In 1978 werd een eerste verkeersplan ingevoerd door de introductie van het eenrichtingsverkeer en verkeerslussen in de voornaamste hoofdstraten. De explosie van het autoverkeer was echter dermate dat een fundamentele aanpassing zich opdrong. Dit gaf aanleiding in 1992, enkele weken voor het overlijden van Frank Van Acker, tot het ingrijpende nieuwe verkeerscirculatieplan ‘Hart van Brugge’, gekoppeld aan de invoering van een totaal nieuw openbaar vervoersproject. Aan de realisatie ervan werd 2 jaar gewerkt. De ganse binnenstad werd, als eerste stad in West-Europa, volledig ‘zone 30’. Met dat plan werd definitief een halt toegeroepen aan het primaat van de auto en werd een solide basis gelegd voor een duurzaam verkeersbeleid. Zo is de verkeerscirculatie, die toen in de binnenstad van kracht werd, tot nu toe -na 30 jaar- zo goed als compleet ongewijzigd gebleven. Het naleven en afdwingen van de verkeers- en parkeermaatregelen is steeds een teer punt geweest in Brugge. In de tweede helft van de tachtiger jaren moest de politie geregeld voertuigen wegtakelen die zich in tweede file op de rijweg parkeerden of het verkeer nodeloos hinderden. Door het consequent handhaven van deze maatregelen, nam de kritiek en druk hierop vanuit bepaalde politieke middens en middenstandshoek alsmaar toe. Van Acker pareerde deze kritiek met de uitgave van een brochure die dit beleid uitvoerig motiveerde. De discussie zou nooit terugkeren en het fenomeen was onder controle. Anders was het gesteld met de actie ‘SOS Brugge’ in 1990-91, opgezet met zwarte vlaggen en een vensteraffichecampagne. Ook dan verdedigde Van Acker met verve zijn beleid met een huis-aan-huisbrochure ‘De inzet voor een leefbaar en levend Brugge. Witboek van een Beleid’. Toch heeft deze actie een ernstiger impact gehad dan velen ooit vermoed hebben omdat Van Acker, gevoelig als hij was, de kritiek zeer persoonlijk ter harte nam.

Grond- en huisvestingsbeleid.
Dit overzicht zou helemaal onvolledig zijn zonder dit belangrijk beleidsaspect. Ook hier schreef Van Acker geschiedenis voor de toekomst van Brugge. Visitekaartje van dit bijzonder Brugs beleidsaspect was en is nog altijd de invoering in 1979 van een functionele verbeteringspremie. Deze premie was een zodanig belangrijke financiële injectie dat duizenden eigenaars getriggerd werden om hun woning aan te passen aan de nieuwe comfortnormen van de late 20e eeuw. Sinds Van Acker deze premie introduceerde zijn ondertussen meer dan 30.000 premies toegekend op een totaal van nog geen 60.000 woongelegenheden, of dus voor ongeveer 1 op 2 van alle Brugse woningen. Maar de aandacht ging evengoed uit naar de cruciale vraagstukken van grondbeleid, grondspeculatie, ruimtelijke ordening, huisvesting en de aanpak van verkrotting, leegstand en verval in enkele oude stads- en gemeentekernen. Gekoppeld aan de stadsvlucht naar ruime woningen in groene omgevingen, schetste Van Acker deze toestand in 1980 als volgt: ‘Weinig rooskleurige situaties, maar boeiende uitdagingen.’ Er werden heel wat maatregelen getroffen op vele domeinen tegelijk: taksen op leegstand en onbebouwde kavels, goedkope verhuring van stadswoningen, aanbieden van goedkope bouwgrond en aankoop van gronden voor een broodnodige grondreserve, afstand van gronden aan sociale bouwmaatschappijen die daardoor nieuwe projecten konden realiseren voor sociaal minder begoeden, nieuwe formules werden uitgewerkt om meer te kunnen doen met de beschikbare middelen: erfpacht, karkasrestauratie, verkoop met verplichting tot restaureren, samenwerking met
aannemers, zelf restaureren en verkopen…

Tegen de achtergrond van dit alles bleef de bescherming van het bouwkundig erfgoed een hoofdzorg. Ook de stille stadskernvernieuwing had een belangrijke woonimpact: verkoop van gronden voor tuinuitbreiding, aanleg van woonerven, herverdeling van ombouwde gronden, realisatie van buurtparkings en ruimte voor volkstuintjes. Enkele symbooldossiers kregen hun beslag: de Nationale Bank verzaakte aan een gecontesteerde vestiging ter Augustijnenrei, op de gronden van de oude kazerne werd een gloednieuw Gerechtshof en sociale wijk neergepoot, in het hart van de St-Annawijk werd de verkrotte brouwerij van ‘den Aigle’ afgebroken en in de plaats verrees een volledig nieuwe woonwijk; ook de oude gevangenis verhuisde naar een nieuw complex en ook daar kwam een nieuw woningcomplex in de plaats. 

SLOT

Er waren nog talrijke andere aspecten van het visionaire beleid van burgemeester Frank Van Acker. Zijn bekommernis en gedrevenheid voor een gezonde financiële situatie van de stad was daar zeker een van. Van Acker kon ook rekenen op een hele ploeg maar hij was er de inspirator en de dynamische leider van. Belangrijk ook om vast te stellen, is dat zijn opvolgers grosso modo de hoofdlijnen
van dit beleid hebben verdergezet, uiteraard aangepast aan nieuwe omstandigheden en mogelijkheden, omdat ze hebben kunnen bouwen op een solide basis. Toch zijn er nieuwe maatschappelijke uitdagingen, die nieuwe creatieve oplossingen zullen vergen, net zoals Van Acker die in zijn periode heeft gerealiseerd. Vanuit onze bewondering voor het werk en de moed van Frank Van Acker, hopen we dat in de
toekomst nieuwe “Van Ackers” even creatief en gedurfd de juiste objectieve keuzes zullen maken voor een leefbare en kwalitatieve stad waar in eerste instantie de bewoner centraal staat; even vastberaden, eerlijk en open, samen met elke Bruggeling van goede wil.

Dirk Michiels
22.04.2022


Ga naar Vooruit Brugge
Over de Auteur

Vooruit Brugge

Deel dit artikel met je vrienden.

Dit vind je misschien ook
interessant