LOKAAL: “Vlaamse regering, pak eerst de moordstrookjes tussen Muizen en Rijmenam aan in plaats van elders asfalt te gieten.”

De verharding van het jaagpad tussen Muizen en Rijmenam beroert de gemoederen in zowel Mechelen als Bonheiden/Rijmeman. Er is werkelijk niemand die begrijpt waarom de Vlaamse regering en de Vlaamse Waterweg ervoor kiezen om dit goede gravelpad langs de Dijle te asfalteren in plaats van het bestaande fietspad, dat in vreselijke toestand verkeert, te vernieuwen. “Dit asfalt-verhaal kent alleen maar verliezers: de wandelaars, de fietsers, de buurtbewoners, de natuur,… Allen waren zij meer gebaat bij het behoud van het gravelpad en een heraanleg van het bestaande fietspad,” aldus Shawny Vanhoutteghem, inwoner van Muizen en actief bij Vooruit Mechelen.

Vooruit Bonheiden-Rijmenam sluit zich hierbij aan: “De Milieuraad van deze gemeente gaf enige tijd geleden nog – terecht – een negatief advies hierover. Wat onze inwoners van Rijmenam echt willen, is een beter fietspad langs de Dijleweg, en dus geen extra asfalt door de natuur van onze mooie groene gemeente. Het bestaande fietspad is vandaag een regelrechte moordstrook. Dat de Vlaamse regering dat eerst eens aanpakt! Terwijl de gewone burger massaal wordt aangemoedigd om te “tegelwippen”, geeft de overheid zelf hiermee het slechte voorbeeld. Wij roepen het gemeentebestuur van zowel Mechelen als Bonheiden op om zich te verzetten tegen deze onlogische en onnodige verharding.”

“Dit is inderdaad een typisch voorbeeld van de totaal verkeerde prioriteiten van de Vlaamse regering. In plaats van de echte fietsonveiligheid langs de Rijmenamsesteenweg-Dijleweg aan te pakken, kiest deze gewoon voor extra asfalt, dwars door de natuur. Onbegrijpelijk! Terwijl de ene Vlaamse minister gemeenten, bedrijven en burgers massaal oproept om te ontharden, giet de andere minister gewoon verder onnodig asfalt. Ik zal minister Peeters hierover in het Vlaams Parlement dan ook ondervragen. Hoe kan het dat zij en de Vlaamse Waterweg in dit dossier ingaan tegen alle betrokken partijen?”, zo besluit Thijs Verbeurgt.