Nieuws

Vooruit wil 2 miljard investeren in de eerste levensjaren van het kind

Team Vooruit

Thursday 04

May 2023 08:42

Conner Rousseau: “De Vlaamse regering is al 10 jaar aan het sukkelen. Vooruit wil die stilstand doorbreken. Door eindelijk te investeren in kinderen en kinderarmoede aan te pakken. Met goede kinderopvang: voldoende plaats, meer personeel en een betere prijs. Met sterk onderwijs: gezonde maaltijden, voor elke klas een leerkracht en een maximumprijs in het middelbaar.”

Stop stilstand. Opnieuw Vooruit. 

Om de toekomst van Vlaanderen veilig te stellen, moeten we investeren in de toekomst van onze kinderen. Te veel kinderen vallen vandaag uit de boot en lopen al vroeg een achterstand op die ze voor de rest van hun leven meedragen. Waar je wiegje staat, maakt nog steeds een groot verschil: gebrekkige kennis van het Nederlands, onbetaalde schoolfacturen, lege brooddozen. 

Bovendien is Vlaanderen een kenniseconomie. Wij hebben geen gas, geen olie of geen diamant in onze grond. Onze welvaart hangt volledig af van onze talenten. En dus van het niveau van onze kinderopvang en ons onderwijs. 

Het Vlaamse beleid staat de voorbije jaren gelijk aan stilstand en achteruitgang. Om de toekomst van Vlaanderen veilig te stellen, moeten we investeren in de toekomst van onze kinderen.

Het Vlaamse beleid staat de voorbije jaren gelijk aan stilstand en achteruitgang. De kwaliteit van ons onderwijs blijft maar dalen. Leerlingen zitten uren in de studie en leerkrachten vallen uit door de hoge werkdruk. De kennis van het Nederlands gaat achteruit. Intussen heeft een op vijf 15-jarigen zelfs moeite om behoorlijk Nederlands te spreken. En onze kinderopvang is onderbemand, veel te duur en op sommige plaatsen zelfs echt onveilig. 

Om die stilstand te doorbreken zijn gedurfde oplossingen nodig. Daarom lanceert Vooruit een aantal concrete voorstellen die alles bij elkaar 2 miljard euro extra investeren in de eerste levensjaren van de Vlaamse kinderen.

Gelijke kansen door kennis van het Nederlands

Taal is de motor voor integratie, voor je slaagkansen in het onderwijs en voor een goedbetaalde job. De eerste 6 levensjaren zijn cruciaal voor de taalontwikkeling. Onderzoek toont aan dat kinderen die naar de kinderopvang gaan later een betere taalkennis hebben, betere schoolresultaten halen en langer gezonder zijn. Vandaag kampt 1 op 7 kleuters met een taalachterstand. Daarom wil Vooruit stevig inzetten op de kennis van het Nederlands. Dat begint bij kwalitatieve kinderopvang.

“Onze kinderopvang is onderbemand, te duur en te weinig pedagogisch”, zegt Vlaams parlementslid Hannes Anaf. “Elk kind in Vlaanderen moet kunnen rekenen op kwalitatieve opvang. Dat betekent minder kinderen per begeleider, een structurele herwaardering van de opleiding van kinderbegeleiders en dezelfde verloning en voorwaarden als kleuterbegeleiders. Elk kind moet het Nederlands machtig zijn bij de start van het eerste leerjaar. Daarom moeten we kinderopvang veel meer zien als een voorbereiding op het kleuteronderwijs. Als één geheel, met één bevoegde minister: de minister van onderwijs.”

Vooruit wil dat er voor elk kind een plaats in de kinderopvang. Zodat elk kind kan gaan. Dat is de eerste voorwaarde om de ongelijkheid aan te pakken. Dat vereist een voldoende kwalitatief aanbod dat betaalbaar is. Te dure kinderopvang, benadeelt te vaak werkende ouders. Daarom willen de socialisten de tarieven in elke crèche afhankelijk maken van het inkomen en het vermogen van de ouders. Zo betalen mensen met lagere inkomens minder. Op langere termijn moet kinderopvang voor iedereen gratis worden, zodat ouders niet langer voor de keuze staan tussen werken of thuisblijven omdat de opvang onbetaalbaar is.

Om elk kind in de opvang te krijgen, zodat niemand achterstand oploopt tijdens de eerste levensjaren, stellen we voor om elk kind 130 dagen gratis opvang aan te bieden. Zo maken we de kinderopvang een stuk goedkoper.

Om elk kind in de opvang te krijgen, zodat niemand achterstand oploopt tijdens de eerste levensjaren, stellen we voor om elk kind 130 dagen gratis opvang aan te bieden. Zo maken we de kinderopvang een stuk goedkoper. We verwachten van ouders dat ze daar ook gebruik van maken, zodat elk kind vanaf de leeftijd van 2,5 jaar klaar is om naar de kleuterklas te gaan. Tegelijk willen we de leerplicht omzetten in een schoolplicht, die start op de leeftijd van 3 jaar. Alleen zo kunnen we garanderen dat er geen enkel kind achterblijft.

Wanneer ouders totaal geen Nederlands spreken, verkleinen ze de kansen van hun kinderen. Ze kunnen niet helpen met hun huiswerk, ze kunnen niet communiceren met leerkrachten tijdens oudercontacten en kunnen zich niet uitdrukken tegenover artsen of hulpverleners als hun kinderen ziek zijn. Daarom helpen we hen de taal te leren via taallessen.

Gelijke kansen door sterk onderwijs

Vier op tien van de beginnende leerkrachten stopt binnen de 5 jaar. Dat personeelsverloop heeft grote gevolgen voor leerlingen. Sommige leerlingen hebben al een jaar geen Nederlands meer gehad, velen zitten uren in de studie en examens worden uitgesteld. “We moeten de job van leerkrachten opnieuw aantrekkelijk maken. We willen de werkdruk verlagen zodat minder leerkrachten uitvallen en onze lerarenteams groter worden. Zo verhogen we het niveau van ons onderwijs en geven we onze kinderen een betere toekomst”, zegt Hannelore Goeman.

We versterken de lerarenopleiding. Om de praktijkschok te vermijden, breiden we de basisopleiding uit met een extra jaar betaalde stage. We brengen meer praktijkervaring voor de klas via zij-instromers. Om hen te overhalen de overstap naar het onderwijs te maken mogen ze tot 20 jaar anciënniteit meenemen. Om elke leerkracht uitzicht te bieden op een lange, flexibele carrière hervormen we de vaste benoeming. Een benoeming op Vlaams niveau in plaats van op schoolniveau.

We moeten de job van leerkrachten opnieuw aantrekkelijk maken. We willen de werkdruk verlagen zodat minder leerkrachten uitvallen en onze lerarenteams groter worden. Zo verhogen we het niveau van ons onderwijs en geven we onze kinderen een betere toekomst.

We verlagen de planlast en werkdruk van onze leerkrachten en directies. Door de klassieke lesopdracht van 22 lesuren te hervormen naar een schoolopdracht van 38 uur, gespreid over een gewone werkweek. De directie kan op schoolniveau bekijken hoe de schoolopdracht van de individuele leerkracht wordt ingevuld. Beginnende leerkrachten moeten minder lesgeven en krijgen zo meer ruimte voor voorbereiding, overleg en bijscholing. Ervaren leerkrachten hebben logischerwijs minder voorbereidingstijd nodig en krijgen zo ruimte om jonge leerkrachten te ondersteunen en te coachen.

Een op vijf studierichtingen wordt vandaag ingericht voor minder dan 10 leerlingen. Het is niet logisch dat drie kinderen Grieks krijgen van 1 leerkracht, terwijl enkele straten verderop nog een leerkracht Grieks geeft aan drie leerlingen. Die luxe hebben we niet meer. We moeten ons onderwijs rationaliseren. Richtingen kunnen op school maar worden aangeboden als er minstens 10 leerlingen zijn. Zo niet, moet er gekeken worden naar samenwerking binnen een schoolgemeenschap voor het aanbieden van die richting.

Meer respect voor praktijkonderwijs

De opleiding voor de profielen die we vandaag het meest nodig hebben zijn vandaag vaak de duurste. Denk maar aan lassers, horecapersoneel en kappers. Dat is onlogisch en oneerlijk. Onze jongeren moeten kunnen kiezen op basis van hun talenten, in plaats van hun centen. Net zoals in het basisonderwijs moet er ook in het secundair onderwijs een maximumfactuur zijn die geldt voor elke richting.

Onze jongeren moeten kunnen kiezen op basis van hun talenten, in plaats van hun centen. Net zoals in het basisonderwijs moet er ook in het secundair onderwijs een maximumfactuur zijn die geldt voor elke richting.

In het tso en bso zijn er ook leerlingen die hun motivatie kwijt zijn, maar die hun motivatie wel vinden door te leren op de werkvloer. We moeten hen blijven begeleiden, maar hen op de schoolbanken houden is soms contraproductief. Daarom maken we een uitzondering op de schoolplicht mogelijk vanaf 16 jaar en bereiden we deze jongeren praktischer voor op de arbeidsmarkt. In overleg met een studietrajectbegeleider wordt het meest zinvolle traject uitgewerkt: van proeven van de werkvloer tot bijna voltijds aan de slag.

Hervorming van het kindergeld: meer rechtstreekse investeringen in de basisnoden van kinderen

Een op vijf kinderen in ons land groeit vandaag op in armoede. De Vlaamse regering slaagt er niet in daar iets aan te doen: complete stilstand. En als we niets doen, blijven er kinderen op school aankomen met een lege brooddoos of een zakje chips als lunch. Als we niets doen, blijven er kinderen teleurgesteld aan de kant staan terwijl hun klasgenoten op schoolreis vertrekken. 

Om kinderarmoede te stoppen moeten we investeren. Maar ook durven hervormen. En het geld beter besteden. Door een deel van het kindergeld rechtstreeks te investeren in dienstverlening, ondersteuning en kansen voor elk kind.

Om die stilstand te doorbreken zijn gedurfde voorstellen nodig. Vlaanderen investeert jaarlijks 4 miljard in kindergeld en toch blijft de kinderarmoede veel te hoog. Om kinderarmoede te stoppen moeten we investeren. Maar ook durven hervormen. En het geld beter besteden. Door een deel van het kindergeld rechtstreeks te investeren in dienstverlening, ondersteuning en kansen voor elk kind. Door werk te maken van écht gratis onderwijs, gratis gezonde maaltijden op school én kwaliteitsvolle en betaalbare  kinderopvang. Vandaag wordt slechts 10% van de vier miljard kindergeld inkomensgerelateerd besteed. Om de ongelijkheid te verkleinen moet er meer kindergeld gaan naar gezinnen die het echt nodig hebben en minder naar gezinnen die het minder nodig hebben. Zo’n hervorming biedt ruimte om meer te investeren in kwaliteitsvolle en betaalbare kinderopvang én tegelijk de pot van het kindergeld beter in te zetten. Met zo’n hervorming bereik je een mooi evenwicht: iedereen draagt bij en iedereen krijgt iets terug, terwijl kinderen die meer steun nodig hebben ook meer steun ontvangen. Wanneer kinderen het beter doen op school en gezonder leven worden we daar allemaal beter van. 

De ongelijkheid verkleinen en welvaartsstaat versterken

Voor het belangrijkste deel van de financiering kijkt Vooruit echter naar de grootste vermogens Via een rechtvaardige hervorming van het erfrecht willen we de grote vermogens herverdelen om te investeren in het belang van alle kinderen en van de Vlaamse welvaart. 

Vandaag betaalt de werkende Vlaming de volle pot bij erfenissen. Wie een miljardenbedrijf erft, betaalt niets. We maken het erfrecht rechtvaardiger door de belastingen op erfenissen tot 250.000 euro af te schaffen. Zo verkleinen we de ongelijkheid en investeren we in de toekomst van onze welvaartsstaat. 

Vandaag betaalt de werkende Vlaming de volle pot bij erfenissen, terwijl de grootste vermogens dankzij de duurste consultants de dans ontspringen. Wie een eenvoudige woning erft, betaalt zich blauw. Wie een miljardenbedrijf erft, betaalt niets. We maken het erfrecht rechtvaardiger door de belastingen op erfenissen tot 250.000 euro af te schaffen. Wie minder erft, betaalt dus niets meer. Via een progressieve belasting op de grotere erfenissen, komt er budget vrij om te investeren in onze kinderen en jongeren. Met deze hervorming halen we 1 miljard op bij de grootste vermogens. Zo verkleinen we de ongelijkheid en investeren we in de toekomst van onze welvaartsstaat. 

Over de Auteur

Team Vooruit

Deel dit artikel met je vrienden.