LOKAAL: Interview met schepen Pascal Ennaert: met een beetje tolerantie is het altijd vakantie
Vooruit Brugge
Thursday 05
June 2025 11:18
Voor het gesprek met schepen Pascal Ennaert wandel ik zijn kabinet binnen in het Brugse Vrije. Pascal is sinds 1 december 2024 schepen van financiën en kerkfabrieken. Na een vriendelijk onthaal door zijn medewerkster Betty, mag ik plaatsnemen in de sofa. Terwijl Pascal zijn voorbereiding voor een huwelijk afwerkt, geniet ik van de kunstinstallatie van beeldend kunstenaar Jan Verhaeghe. Mijn oog valt op het keramiek in het hoekje van het kantoor. Pascal vertelt me trots dat het kunstwerk gemaakt is door zijn moeder. Hij nodigt me uit om het gesprek verder te zetten op een terrasje, in de zon 🌞
Waarom Vooruit?
‘Ik ben als gemeenteraadslid verkozen, toen spirit en toenmalige sp.a een kartel vormden. Op een bepaald ogenblik moest ik een keuze maken. Ik heb voor de socialistische partij gekozen, omwille van het engagement naar de gewone man toe. In de overstap naar Vooruit hebben de militanten mij het meest omarmd. Zij zijn ongelofelijk belangrijk voor onze partij, het zijn de militanten die zich onbaatzuchtig inzetten voor een sociaal en progressief gedachtengoed. Zij zijn het inhoudelijke knipperlicht van de partij. Het is jammer dat we er niet altijd in slagen hen te betrekken in visievorming en standpuntinnames.’
Je bent schepen van Financiën. Hoe ben je hier geraakt?
‘Het is voor mij de vierde legislatuur met een mandaat, van gemeenteraadslid naar fractieleider en sinds kort schepen. Bij de samenstelling van de coalitie werden eerst de bevoegdheden duidelijk. Van daaruit zochten ze iemand die de financiën kon behartigen en kwamen ze bij mij uit, omdat ze weten dat ik me erin zal vastbijten. De collega-gemeenteraadsleden zullen zeker bevestigen dat ik een loyale dossiervreter ben. Ik zet me in, maar ik heb nooit miserie gemaakt en heb altijd gekozen om het vooruit-team trouw te volgen.’
Als schepen ben je 'bewaker' van de financiën. Hoe pak jij het aan?
‘De belangrijkste taak is om de financiële situatie van de Stad in kaart te brengen en op te volgen. Het is een continue oefening om kansen en bedreigingen te detecteren. Dit komt allemaal samen in een financieel raamwerk, een overzicht van wat er wel of niet mogelijk is. Dan komt het erop aan om het college van burgemeester en schepenen, maar ook de administratie bij de les te houden. Bij elk dossier dat op het college komt, ga ik na of er wel voldoende middelen zijn en of deze goed besteed worden. En indien nodig stel ik lastige vragen. Mijn opdracht gaat veel verder dan adviseren, het is een permanente waakzaamheid over alle uitgaven en de betaalbaarheid van alle investeringen. Een belangrijk knelpunt is het ontbreken van een kostencalculator: een functie die als opdracht heeft om de kostprijs van elk initiatief helder in beeld te brengen. Neem nu bijvoorbeeld de gratis terbeschikkingstelling van de stadsschouwburg aan bijvoorbeeld een televisieprogramma. Als je dit onderzoekt, merk je snel dat er heel wat kosten zijn: de energiekosten, het inkomstenverlies voor het cultuurcentrum, personeelskosten en mogelijke extra diensten. Daarom pleit ik bij elke investering, om de volledige kost in rekening te brengen. Niet enkel de constructie of renovatie van een gebouw, maar ook alle investeringen die nu en in de toekomst nodig zullen zijn voor de exploitatie van dit gebouw en zijn dienstverlening.
‘Een andere bezorgdheid is de ontvangstenzijde. We kozen ervoor de aanslagvoet van de opcentiemen op de personenbelasting niet te verhogen. Echter is het wel zo dat de totale inkomsten uit de personenbelasting in de komende jaren zullen dalen ten gevolge van de vergrijzing en de federale belastingverlaging. Met een gelijke aanslagvoet dalen dus de inkomsten uit deze belastingen. De vereniging voor steden en gemeenten VVSG spreekt van inkomstenverliezen tot vijf procent voor alle Vlaamse gemeenten. Nieuwe inkomsten zoals de cruisetaks kunnen ertoe bijdragen om dit verlies gedeeltelijk te compenseren. Het zou verkeerd zijn om te denken dat nieuwe inkomsten automatisch zorgen voor extra middelen voor de stad, dus moet ik ook nieuwe bronnen van inkomsten zoeken, of de uitgaven van de stad beperken.’
Welke persoonlijke competenties helpen je, om je mandaat uit te voeren?
‘Ik denk dat ik wel een people manager ben. Deze manier van werken wordt sterk gewaardeerd. Enerzijds zorgt dit voor open communicatie, mensen durven het mij zeggen als er iets is. Ik ben bereikbaar en vang zo belangrijke signalen op. Bovendien stel ik zo mensen gerust en geef ik mee dat ik hun inbreng en kennis waardeer. Deze trigger zorgt ervoor dat ze hun knowhow en expertise graag inzetten om samen een traject af te leggen en projecten te realiseren.’
Wat is jouw werkpunt?
‘Dat financiën buiten mijn comfortzone ligt is voor mij de grootste uitdaging. Het is nog steeds stevig inwerken. Daarenboven heb ik geen zichtbaar mandaat, zoals bijvoorbeeld sport of jeugd. Daarom teken ik zoveel als mogelijk present op alle plaatsen waar de Bruggelingen aanwezig zijn.’
‘Ik doe niet mee aan politique politicienne, ik speel op de inhoud en de standpunten, niet op het theater. Ik wil alles op voorhand voorbereid hebben en mijn dossiers van a tot z beheersen. Dit zorgt dan wel voor de nodige zenuwen, omdat je nooit alle vragen kunt voorspellen.’
Hoe communiceer je hierover met de Bruggelingen?
‘Ik geef de boodschap dat we als goede huisvader met het geld omgaan. Dit betekent dat we geen geld uitgeven dat er niet is. Financiën zijn niet de eerste bezorgdheid van de burger, als je het goed doet zal er weinig of niet over gepraat worden. Als het slecht loopt, dan zal je er op afgerekend worden. Ik zie het als een voordeel dat ik buiten financiën nauwelijks andere bevoegdheden heb, waardoor ik geen eigen belang te verdedigen heb.’
‘Als methodiek houd ik graag een soort van educatieve sessies met de collega’s in het college en het stadspersoneel, om hen te overtuigen om wat te matigen en de investeringsuitgaven te rationaliseren. Dit betekent investeren in dingen die belangrijk zijn voor de kerntaken van de stad en de noden van de Bruggeling. Teveel investeringen in grote projecten vormen een bedreiging voor het regulier onderhoud van ons patrimonium. Daarom willen we een kernportefeuille introduceren: een kleiner gebouwenbestand betekent betere garanties voor het algemene beheer en het duurzaam onderhoud. Ten gevolge het vele onroerend erfgoed zijn heel wat van onze panden niet meer aangepast aan de klimaatuitdagingen en is de betaalbaarheid van het regulier onderhoud een uitdaging. Een mogelijke uitweg is het verkopen van de panden, zoals bijvoorbeeld Van Volden in de Boeveriestraat. En voor ons onroerend erfgoed mogen we ook niet bang zijn van publiek-private samenwerking. Overigens, voor elk verkocht pand komt er wel een nieuw pand of gerenoveerd pand in de plaats.’
Hoe kan je financiën hip maken, voor jongeren?
Jonge mensen liggen wakker van opleiding, werk en wonen. In onze stad is er een tekort aan kleinere starterswoningen voor jonge gezinnen en gewone mensen. Kleine arbeiderswoningen worden nu opgekocht door jongeren uit de hoge middenklassers, waardoor ze onbetaalbaar worden voor wie met een klein inkomen moet rondkomen. Sociaal wonen heeft op vandaag een veel te hoge drempel en het vangt heel wat tegenwind. Zie het nieuwe sociale woonproject in de Sint-Godelievewijk in Sint-Michiels, daar zijn er ondertussen al tientallen bezwaren tegen binnengekomen omdat er heel veel vooroordelen zijn ten aanzien van de toekomstige bewoners. Sociale woningen geven kansen. Ze zijn geen bedreiging. De wachtlijsten voor een sociale woning zijn ellenlang en de voorwaarden worden steeds strenger: je mag bijvoorbeeld niet meer dan dertigduizend euro op je spaarrekening hebben. Met de dure huurmarkt zien veel kandidaat-huurders binnen de kortste keren hun spaargeld verdampen. Als ze al spaargeld hebben. Daarnaast is het ook nodig om ook de nodige starterswoningen voor jonge gezinnen te voorzien. En woningen dienen om te wonen, niet om eraan te verdienen. Daarom gaan we vakantiewoningen strenger aanpakken, want elke woning die men van de huurmarkt onttrekt, is er één te veel. En collega Mathijs Goderis wil projectontwikkelaars ook verplichten om een diversiteit van woningen aan te bieden en niet altijd in de hogere marktsegmenten.’
Hoe maak je een financieel beleid, sociaal?
‘Door niet alleen te investeren in bakstenen, maar ook in veiligheid en zorg voor mensen. Een veilige en zorgzame omkadering van de Bruggelingen, van de wieg tot de dood. Geld genereert nog steeds geld. Wie veel kapitaal heeft, heeft de wind in de zeilen. Terwijl wie het moeilijk heeft nauwelijks kans krijgt om zijn situatie te verbeteren. Vele mensen zijn van mening dat alle maatregelen gericht moeten zijn naar iedereen, ook voor de mensen die het goed hebben. Ik ga hier niet mee akkoord, dat levert zogenaamde Matheuseffecten. Het is echt wel te verdedigen dat er voor sommige doelgroepen een specifiek beleid wordt opgezet. Ik denk aan onderwijscheques, hulp bij onbetaalde schoolfacturen en brugfiguren, die in de scholen ondersteuning bieden voor gezinnen. We gaan te vaak uit van zelfredzaamheid, maar we moeten iedereen hulp garanderen, zoveel mogelijk via automatische rechtentoekenning, zeker wanneer het moeilijk wordt. Dit is het principe van solidariteit.’
‘Een belangrijke uitdaging is de toenemende diversiteit. We investeren centen in jeugdwerking en sportclubs, zo kunnen we jongeren van diverse achtergrond bereiken en samenbrengen. Ik ben ook een voorstander om straathoekwerkers in te zetten om nieuwkomers te betrekken in onze samenleving. Anders dan een gewone vereniging, kan men vindplaatsgericht werken met als doel de ouders te betrekken en de toegankelijkheid te verhogen. De straathoekwerker kan ook een vertrouwenspersoon voor de dak- en thuislozen zijn, om hulp te bieden en anderzijds problemen te signaleren.’
Je bent schepen van kerkfabrieken. Hoe vul je dit in?
‘De grootste uitdaging is de ontkerkelijking en de impact daarvan op de kerkinfrastructuur. Er wordt onderzocht of kerken een alternatieve invulling kunnen krijgen. Hiervoor is er overleg tussen de stad, de kerkfabrieken en het bisdom Brugge nodig, want de overheid kan bezwaarlijk elke kerk blijven bekostigen, ook al is dit in principe onze grondwettelijke verantwoordelijkheid. Veel meer zal ik daar niet over zeggen, want als we hierin resultaten willen boeken, dan moeten vertrouwen en confidentialiteit centraal staan. De discussies liggen in onze stad nog steeds zeer gevoelig.’
Wat vind je van de toenemende polarisatie in onze samenleving en hoe kunnen we hier volgens jou best mee omgaan?
‘Ik denk dat we tolerant moeten zijn en niet mogen overdrijven. Radicaal is radicaal, of het nu uiterst links of uiterst rechts is. Ik ga niemand persoonlijk aanvallen omdat hij of zij eens een verkeerde uitspraak doet. Maar als woke betekent dat ik opkom voor mensen die worden verdrukt of voor verdraagzaamheid en empathie, dan ben ik zonder twijfel woke. Als het betekent dat ik de waarheid in pacht heb en mensen met andere meningen daar betweterig op moet aanspreken, dan ben ik anti-woke. Vandaar mijn leuze, “met een beetje tolerantie ben je altijd op vakantie”. Ik heb het echt niet voor politici of opiniemakers die doelbewust mensen stigmatiseren en tweedracht zaaien.’
‘We moeten luisteren naar de mensen en ik geef toe dat ik een luisteraar ben. Ik maak er altijd werk van mensen een beleefd en correct antwoord te geven, ook al staat het antwoord hen niet aan. Je helpt de mensen niet door rond de pot te draaien. Een dienstverlening beloven, waarvan je weet dat het niet haalbaar is, is anti-politiek aanwakkeren. Ik zeg dan eerlijk dat het niet lukt, omwille van deze redenen. Je moet correct zijn met de mensen. Ik heb nog nooit iemand gehad die boos was op mij, omdat ik zei dat het niet kon. En waarom niet? Omdat ik een duidelijke uitleg probeer te geven.’
Collega Joke Knockaert heeft een vraag voor je: "Wat is jouw levensmotto?"
‘Ik heb er twee! De eerste is “Iedereen mee en samen sterker”. De tweede: “met een beetje tolerantie is ben je altijd op vakantie”. Ik wil hiermee oproepen voor empathie en verdraagzaamheid. De huidige tijdsgeest maakt ons wijs dat alles wat je hebt, je zelf hebt verdiend. En alles wat je niet hebt, je eigen schuld is. Ik ben het daar niet mee eens. Dat is het discours van rechts en extreemrechts. Mensen kunnen even hard werken, maar wanneer ze van thuis uit een groter netwerk meekregen, of meer middelen, betekent dit ontegensprekelijk ook meer kansen. Dat heeft puur te maken met de omgeving waarin we opgegroeid zijn. Waar je wiegje staat, heeft een enorm belang. Men kan op basis van de radiozender waar de ouders naar luisteren voorspellen welke carrière de kinderen zullen maken. Dat blijkt onder meer uit de studies van Elchardus, dat culturele preferenties van de ouders de schoolse loopbaan van de kinderen bepalen. Ongelofelijk toch. En dan durven sommigen zeggen dat dat allemaal eigen verdienste is. Zever, gezever.’
Burgerinspraak lijkt heel belangrijk. Hoe kan je tegemoetkomen aan de kritiek dat politiek verantwoordelijken te weinig luisteren naar burgers?
‘Een goeie politieker is aanwezig op de straat en in de samenleving en houdt de vinger aan de pols. Ik denk wel dat er in onze stad op een sterkere wijze burgerparticipatie kan worden opgezet. Al schuilt er volgens mij wel het gevaar dat het altijd de meest mondige en geïnformeerde burger is die het woord neemt. Doordat de mensen steeds mondiger en explicieter worden, en steeds vaker vasthouden aan het eigen gelijk, wordt het een steeds moeilijker oefening om aan burgerparticipatie te werken. Dit is geen reden om het niet te doen. De vraag is gewoon of twintig tot dertig mensen die zich laten horen, voor een hele wijk kunnen spreken? De grootste roepers zijn niet altijd representatief voor alle wijkbewoners, laat staan voor alle Bruggelingen. Het is de taak van een politicus om daar een gulden middenweg in te vinden. Leren luisteren, diverse mogelijkheden afwegen en het algemeen belang nastreven, dat is geen evidente, maar wel een noodzakelijke weg.’
Je mag een vraag kiezen voor een collega mandataris. Welke vraag mogen wij stellen?
Mijn vraag is voor gemeenteraadslid Dolores David: “Waar vind je de energie en de inspiratie om je permanent voor je buren en het buurtwerk in te zetten?”
👉 Interview en tekst door Jonathan Jetten
Ga naar Vooruit Brugge
Over de Auteur
Vooruit Brugge
Deel dit artikel met je vrienden.