Interview Conner: “Extra bijdrage van bedrijven die veel winst maken is alleen maar eerlijk”

‘Als ik door Molenbeek rijd, voel ik me niet in België.’ Met een zinnetje tijdens een betoog over het belang van talenkennis, kinderopvang en onderwijs joeg Vooruit-voorzitter Conner Rousseau begin deze week vriend en vijand op stang. ‘Misplaatst’, ‘kwetsend’, ‘xenofobie’, klonk het, en dat terwijl Rousseau naar eigen zeggen vooral een andere boodschap wou brengen.

‘Ik heb een gevoel verwoord, heb een probleem benoemd en oplossingen voorgesteld’, zegt hij. ‘Wie mij kent, weet dat ik aan politiek doe om de ongelijkheid in de samenleving te verkleinen, te zorgen voor gelijke kansen en vooral iets te doen aan de kinderarmoede. Het is jammer dat een kleine groep zich dan zo hard focust op één zin waarmee ze het hele debat over investeren in kinderen, in kinderopvang en onderwijs over het hoofd zien. Dat is nochtans een heel links pleidooi.’

De inwoners van Molenbeek voelen zich wel geviseerd.

‘Ik heb ook veel mensen gehoord die het hele artikel hebben gelezen en mijn bezorgdheid begrepen. Het is ook niet dat ik nog niet in Molenbeek ben geweest. De kern van mijn betoog is dat we de welvaartsstaat moeten versterken. Als je dan vaststelt dat de kennis van het Nederlands achteruitgaat, niet alleen in Brussel maar ook in Vlaanderen trouwens, dat er te weinig personeel is in de kinderopvang, maar die tegelijk wel erg duur is, dan maak ik me zorgen over de volgende generatie die mee zal moeten bouwen aan onze welvaart. We moeten kinderen in kwetsbare gezinnen versterken, die thuis geen Nederlands spreken, die niet met een volle brooddoos naar school gaan, anders zullen ze kansloos zijn in het onderwijs, geen goede job vinden, niet uit de armoede raken. Daarover gaat voor mij 1 mei.’

Moet je daarom kinderopvang verplichten?

‘We moeten kinderopvang beginnen bekijken als onderwijs, dat is toch ook verplicht. Ik weet ook wel dat je een kind van zes maanden niet vijf dagen op vijf in de kinderopvang moet stoppen, maar het is wel belangrijk dat kinderen van jongs af aan van elkaar kunnen leren, sociale contacten leggen, de taal leren. Het zijn zij die straks onze pensioenen mee zullen betalen. Ik heb daar geen identitaire of 'Vlaemschgezinde' bedenkingen bij. Dat is voor mij louter een sociaal-economisch verhaal. Wij willen niet dat er een hele generatie verloren gaat. Een overheid mag niet zomaar wegkijken en de problemen op hun beloop laten.’

En dan wordt gezegd: Rousseau moet af en toe iets zeggen dat Vlaams Belang-kiezers aangenaam vinden, want die wil hij terugwinnen.

‘Ik wil zo veel mogelijk kiezers terugwinnen, niet alleen van één partij. Ik geloof dat de Vlaming solidair is. Naar het verhaal dat wij brengen, zijn heel veel mensen bereid te luisteren. Extremen hebben nog nooit ergens in de wereld meer vrijheid of welvaart gebracht als ze aan de macht kwamen. Ik zal er alles aan doen zodat ze ook in dit land geen vrij spel krijgen. We gaan geen experiment dat al honderd keer gefaald is, nog eens overdoen. Dat is spelen met de mensen hun toekomst.’

Extremen hebben nog nergens meer vrijheid of welvaart gebracht. Ik zal er alles aan doen zodat ze ook in dit land geen vrij spel krijgen

Vlaams Belang viert ook 1 mei, in Sint-Niklaas dan nog wel. Het noemt zich een sociale volkspartij.

‘Dat is die partij helemaal niet. Ze heeft nog nooit een links voorstel gerealiseerd. En in haar stemgedrag toont ze zich een rechtse, elitaire partij. Vlaams Belang stemt tegen hogere lonen, tegen eerlijke belastingen voor grote bedrijven en grote vermogens. In hun partijprogramma pleiten ze voor 4 miljard euro besparingen in de gezondheidszorg. Het is vooral veel blabla. De maskers zullen wel afvallen.’

Deze discussie leidt wel af van de koopkracht, is dat niet jullie belangrijkste handelsfonds?

‘Dat blijft zo, absoluut. Er zijn mensen die de btw op paarden naar 6 procent willen, maar in september de btw op gas en elektriciteit in september weer naar 21 procent willen. Dat gaan we echt niet doen. We gaan niet op de vooravond van de winter zeggen dat de mensen 15 procent meer moeten betalen op hun energie.’

Het moet wel betaalbaar blijven voor de overheid.

‘Wij willen ernstig omgaan met de overheidsfinanciën. Trouwens, wie is er de verdediger van een sterke overheid? Dat zijn net socialisten. Maar nu moeten we vooral de mensen ondersteunen. Ik vraag me af, waar gaat al dat geld naartoe? De prijzen in de supermarkt stijgen, die van energie zijn nooit zo hoog geweest. Dat geld verdwijnt niet in een bodemloze put. Iemand wordt daar beter van.’

‘De realiteit is dat het geld in enkele zakken verdwijnt, steeds minder mensen vergaren steeds meer rijkdom. En dat terwijl anderen amper het hoofd boven water kunnen houden. Als je ziet dat ouders de kampen van hun kinderen moeten annuleren, een reis of een verbouwing schrappen, moet je ingrijpen. Daar dient de politiek voor.’

‘Daarom pleiten wij voor een koopkrachtbijdrage van de bedrijven die gigantische winsten maken. De Poetin-oorlog hakt diep in op onze welvaart. De overheid zal nog meer maatregelen moeten nemen en die zullen gefinancierd moeten worden. Voor ons is het duidelijk dat de factuur niet bij de werkende mensen gelegd kan worden.’

Kunnen bedrijven dat aan?

‘De Nationale Bank heeft dat goed gedocumenteerd. Een aantal bedrijven, inderdaad niet allemaal, doe het erg goed. Dat is goed nieuws, maar het is dan niet meer dan rechtvaardig dat we een bijdrage verwachten van bedrijven die stijgende winstmarges rapporteren.’

‘We stellen voor dat bedrijven die meer dan 8 procent rendement op geïnvesteerd kapitaal hebben, 10 procent extra vennootschapsbelasting betalen op dat stuk overwinst boven de 8 procent. 35 procent dus, in plaats van 25 procent vennootschapsbelasting. Acht procent rendement, dat is toch al niet niks. Het komt neer op een rendement van meer dan 16 procent voor de aandeelhouders, dat is wel wat meer dan op uw spaarboekje.’

Wat brengt dat op?

‘Wij schatten 1 miljard euro. Dat is een keuze. Tijdens de coronacrisis hebben we massaal geïnvesteerd in bedrijven. En waar is er nog marge om iets te doen? Niet bij de mensen die hun energiefactuur niet kunnen betalen. Zelfs mensen die nooit hadden gedacht in problemen te raken, krijgen het nu moeilijk, ook goedverdienende tweeverdieners. Dan is die extra solidariteit eerlijk, lijkt me. Als je merkt dat de winsten toenemen, en zelfs meer dan in de buurlanden, is er iets scheefgegroeid. En ik ben in de politiek gestapt om recht te rekken wat scheef is gegroeid.’

Dat kinderen van jongs af aan de taal leren, is voor mij geen identitair of 'Vlaemschgezind', maar louter een sociaal-economisch verhaal

Valt zo’n belasting niet met wat boekhoudkundige trucs te ontwijken door bijvoorbeeld multinationals?

‘Ook daar wordt er ingegrepen. De Europese regels die moeten vermijden dat multinationals van het ene naar het andere land hoppen om belastingen te ontwijken, krijgen steeds meer vorm. Tussen haakjes, Vlaams Belang stemt tegen die regeling. Die vinden het blijkbaar goed dat onze eigen bedrijven de volle pot betalen en die buitenlandse grootverdieners hier niet hoeven te betalen.’

‘Maar daarnaast doen ook heel wat Belgische bedrijven erg goede zaken. De BEL-20 bedrijven hebben hun winst verdubbeld. We zullen het geld moeten halen waar er winst wordt gemaakt.’

Is dit meer dan een steekvlam op 1 mei?

‘Ik begrijp de vraag, maar het is er ook een rare. Vorig jaar hebben we gewaarschuwd dat we aan de dividenden zouden zitten als er niets extra’s in zou zitten voor de Debora’s van deze wereld. Wel, voor de Debora’s hebben we zo een half miljard uit de brand gesleept. 1,8 miljoen werknemers kregen intussen een coronapremie van maximaal 500 euro.

‘Trouwens, de Vlaamse regering mag ook wel eens wat meer doen, het moet niet allemaal van federaal komen. Waarom bijvoorbeeld niet opnieuw een gratis basispakket gas en elektriciteit toekennen, zoals vroeger het geval was. Vlaanderen kan ook nog heffingen uit de factuur halen. Mogelijkheden genoeg om een tandje bij te steken.’

U zei bij uw aantreden dat u de spil van de politiek wou worden. Bent u het intussen?

‘Het zou wel bijzonder raar zijn als ik dat over mezelf zou zeggen. Ik merk wel dat als ik iets zeg, ze in de Wetstraat over elkaar heen vallen om te reageren.’

Dat is een goed teken over het algemeen?

‘Dat zullen de mensen bepalen op verkiezingsdag. Ze weten in elk geval weer waarvoor wij staan. Ze weten dat we dag na dag hard aan het werk zijn om dit land stappen vooruit te doen zetten, om de politiek dichter bij de mensen te brengen. Wij voelen onze goed, zelfverzekerd. We zullen er staan in 2024.’

© De Standaard - Wim Winckelmans

Ga naar Laatste nieuws